Overval
door H. Brandt Corstius
‘Dit is een overval,’ zei Karel met die stem en die blik, toen hij op een dag tussen 1962 en 1965 mijn kamertje aan de Van Eeghenstraat binnendrong met achter zich als gangsters in zijn dienst Dick Hillenius en Bert Poll. Ik heb geen flauw idee waar ze voor kwamen, maar die blik en die stem vergeet ik nooit.
Het is een welbekend verschijnsel dat als je een schrijver wel eens hebt horen spreken, je zijn stem hoort als je iets van hem leest. Bij Karel was het andersom. Als je zijn stem hoorde, dan zat je al te genieten van de zinnen die je van hem ging lezen. Een hele nacht heb ik hem in Groet horen vertellen over de eerste dagen van de Oktoberre-volutie. Natuurlijk luisterde ik wel, maar ik liet toch ook mijn ogen heen en weer gaan alsof ik las en toen hij even stokte sloeg ik een denkbeeldige pagina om. Hoogtepunt tussen ons beiden was om bij Nico Scheepmaker in Broek in Waterland de andere gasten te doen schrikken door een discussie op heftige toon over de juiste uitspraak van prikladnaja of het sterfuur van Multatuli.
Ik ken geen ander geval waarin de ontvanger van een liber amoricum de amici in een antwoord op hun nummer zet. Zo had een der vrienden geschreven dat hij Karel over iemand had horen zeggen ‘die-en-die is een klootzak’. In zijn antwoord aan de amici schreef Karel: ‘Kijk, hier overtreedt (mijn vriend) de grenzen der welvoeglijkheid: het geldt als onbehoorlijk om een niet-openbare negatieve uitspraak van A over B aan B over te brengen. Als Renate tegen mij iets lelijks zegt over Hugo, vertel ik dat niet aan Hugo, en omgekeerd (niet dat Hugo ooit een kwaad woord tegen mij over Renate gezegd heeft, maar ik bedoel maar).’ Dat is subtiel, al geef ik toe dat iedereen de grenzen der welvoeglijkheid wel eens overtreedt.
Alle in dit stuk bij naam genoemde personen zijn dood. Van Karel leven nog zoveel boeken dat velen er in de toekomst om zullen grinniken, genieten, en ja-schudden, ook al zullen ze het zonder stem moeten doen. Wie in de tijd van Schopenhauer of Lichtenberg of Elsschot of Multatuli of Herzen of Poesjkin of Chandler of Ter Braak leefde, had wel erg geluk als hij behalve zijn geschriften te kunnen lezen, ook nog zijn stem kon horen. Ik ben gelukkig dat ik Karels stem heb gehoord en nog steeds hoor.
H. Brandt Corstius is hoogleraar Neerlandistiek aan de Sorbonne in Parijs.