Connie Palmen als etholoog
door Maarten 't Hart
Elk jaar interview ik in de boekenweek bij het literair ontbijt van de Openbare Bibliotheek Rotterdam de auteur van het cpnb-geschenk. Voorzover mogelijk lees of herlees ik het hele oeuvre van zo'n auteur. Soms blijkt dat een zware opgave, maar dit jaar hoefde ik slechts vijf boeken te lezen. Twee fletse romans, een flinterdun filosofisch niemendalletje, een boeiend boek met herinneringen aan Ischa Meijer en het miserabele geschenk.
Omdat Palmen en ik beiden op 25 november geboren zijn, meende ik dat wij wel iets gemeen zouden hebben. Maar ik betrad een totaal onzintuiglijke wereld. Palmen ziet niets, hoort niets, ruikt niets, en voelt niets. De enige zintuigen die zij gebruikt zijn haar smaakpapillen. Er wordt veel en vaak in haar boeken gegeten. Dat ze filosofie heeft gestudeerd, en naar eigen zeggen als studente geweldig uitblonk, steekt zij niet onder stoelen of banken. In één opzicht is ze inderdaad een echte filosofe. Welk filosofisch werk je ook opslaat: vroeg of laat voelt elke wijsgeer zich geroepen aan te geven waarin de mens zich van het dier onderscheidt. Zo ook Palmen. In de roman De vriendschap duikt plotseling deze filosofische trouvaille op. ‘Grof gesteld denk ik dat het zo zit: mensen onderscheiden zich van dieren door hun verhoudingen. Mensen moeten zich tot meer verhouden dan dieren en alles wat in dit meer zit, maakt het leven van mensen moeilijk. Die meerwaarde is abstract, talig, het rijk van de betekenissen. Geen dier verhoudt zich tot God, een zelf, de dood of tot de naam van de vader. Mensen wel. Mensen hebben weet van zichzelf en de dood, en het is niet gemakkelijk om met dit idee goed te leven.’
Wat verderop geeft Palmen nog een klein toegiftje bij deze uiteenzetting: ‘Alleen dieren zijn autonoom, mensen niet.’ Volgens Palmen kunnen dieren niet liegen. Omdat ze in haar boek I.M. herhaaldelijk een hevige afkeer van liegen belijdt, zou haar hart derhalve naar dieren uit moeten gaan. Toch deelt ze in I.M. over zichzelf mee: ‘Ik, die niks op heb met dieren.’
Dat ze niets op heeft met dieren, ik val er niet over. Maar zwijg dan ook over beesten. Hebben dieren geen verhoudingen? Bekijk een film over chimpansees, gorilla's, orang-oetans of olifanten, en je ziet voornamelijk een uiterst subtiel netwerk van de meest ingewikkelde relaties. Kunnen dieren niet liegen? ‘Byrne's waarnemingen bij mensapen in gevangenschap,’ schreef Frans van der Helm in NRC Handelsblad van 20 maart 1999, ‘omvatten mooi uitgespeeld bedrog.’ Alle mensapen zijn tot list, leugen en bedrog in staat. Zelfs wulpen kunnen doen alsof hun vleugel lam is om een jager bij het nest weg te lokken.
Geen dier verhoudt zich tot God, zegt Pal-