De borstel ragt over de jute. Met zeepsop reinig ik de buitenkant van de hutkoffer. Op de latten wordt het geel van koperen knoppen zichtbaar. Resten zwarte lak beginnen opgewekt te glimmen.
Na een kwartiertje boenen pak ik de tuinslang en spoel de zeepresten weg. De vijftig jaar oude waslaag stoot het water nog steeds af.
Aan de binnenkant zit behang, vergeeld wit met een blauw streepje. Het zit overal los en als ik eraan trek komt er onbewerkt hout tevoorschijn. Het meeste papier kan ik zo losscheuren. De hardnekkige stukken week ik in met sop. Het natte hout ruikt naar lijm, kamfer en lavendel. Een weeïge geur die mij doet denken aan opgestapeld linnengoed.
De schoongemaakte kist staat de hele dag op het terras te drogen.
Sanne tekent aan de ovalen tafel in de voorkamer.
Mijn mobiele telefoontje dat op het tafelblad ligt, rinkelt.
‘Pap! Telefoon. Zal ik hem nemen?’
‘Nee.’ Ik graai het geval voor haar neus weg en noem mijn naam.
‘Met Joselien, zie ik je nog een keer?’
‘Sanne logeert hier een paar dagen.’
De andere kant verbreekt de verbinding zonder nog iets te zeggen.
‘Kwaad!’
Sanne kijkt op. ‘Kwaad. Wie?’
‘Een mevrouw die jij niet kent.’
‘Hoe heet ze, of is dat geheim? Weetje? Ik vraag voor mijn verjaardag een dagboek met een slot.’
‘Heb jij dan geheimen?’
‘Ja. Samen met Shari...’
Ik breng mijn hand naar haar mond. ‘Stil meid. Geheim is geheim.’
Haar vingers wriemelen met het potlood.
‘Mamma zegt dat jij niet alleen vriendinnen hebt, maar ook vriendjes.’
De jute en de stootlatten wrijf ik in met donkere antiekwas. ‘Dun insmeren en na tien minuten uitwrijven met zachte doek,’ staat op de zijkant van de doos.
Ik kan nauwelijks wachten.
Gisteren heb ik de binnenzijde van de kist opnieuw beplakt. Bij de verfwinkel lagen nog een paar overgebleven rolletjes streepjesbehang. De vreemde zoete lucht die eerst nog uit de kist kwam als ik het deksel opende, is verdwenen. Nu ruik ik boenwas en lijm.
Braaf begin ik met een stofdoek de was uit te wrijven. De houten latten staan direct in een donkere gloed. Na een poosje komt er ook een glansje op de jute.
De metalen hoekstrippen en de handvatten heb ik opnieuw zwart gelakt. De stootlatten met wasbeits geschilderd en de hier en daar losgescheurde jute weer vastgeplakt. De kist glanst aan alle kanten en lijkt als nieuw.
Zo moet hij er ongeveer hebben uitgezien toen moeder er in Santpoort mee arriveerde. Santpoort-station, het dorp lag een paar kilometer verderop.
Door een sjouwer is de kist op een wagen gezet en naar de inrichting gereden. Anderen hebben de kist erafgehaald, naar binnen gebracht en de trappen opgesjouwd. Leerling- verpleegsters verbleven op kleine zolderkamers.
Voordat ze de kist uitpakte liep ze naar het kleine raam. In de verte lag de zee. Het enige bekende.
Sanne was zeven.
Ik vertelde haar over Haley, die één keer in de zesenzeventig jaar voorbij de aarde scheert. De komeet blijft na zonsondergang zo'n kleine week zichtbaar, een fel-