neraties en de discontinuïteit van de dood van elk individu maken de ziel tot een ongewenste uitvinding, een slecht idee.
Het andere radicale standpunt is dat van de volstrekte onbelangrijkheid: bewustzijn is slechts een woord. Het is een naam voor het hele hersenproces, zoals spijsvertering een naam is voor wat tanden, slokdarm, maag, darmen, en anus samen doen. David Papineau schreef in een recensie van een boek van David Chalmers, een van de hogepriesters van het recente, vooral Amerikaanse, bewustzijnsdebat, dat elk denken over het bewustzijn tijdverlies betekent. Misschien heeft hij gelijk, maar veel denken en veel genieten is tijdverlies en ik zal mij die luxe de komende maanden veroorloven. Mocht de spijsvertering ook zo'n eigenaardige zelfreflectie hebben, dan wordt dat het volgende probleem
Er zijn ook domme antwoorden. Francis Crick - ja hij heeft met Watson de Nobelprijs gekregen voor het ontdekken van de dna-structuur, maar dat zegt kennelijk niets - beweert: ‘You're nothing but a pack of neurons’, later principieel afgezwakt tot ‘You are largely the behaviour of a vast population of neurons’. Alsof je over een computer zegt: ‘O, dat is een hoop transistors’, van een mens: ‘Dat is een hoop vlees’ en van het heelal: ‘Dat is een hoop atomen’. Het is niet onwaar, maar je hebt er niets aan.
Andere geleerden beweren, op allerlei gronden, dat we, met onze hersenen, de vraag naar de werking van de hersenen, of naar de aard van het bewustzijn, nooit zullen kunnen beantwoorden. Dat is al eerder beweerd over het vliegen, het reizen naar de maan, het klonen, harttransplantaties en dergelijke kleinigheden. Zulke bewijzen, dat iets wetenschappelijk onmogelijk is, worden meestal snel gevolgd door de gewraakte vondsten of uitvindingen. Dus wat het bewustzijn betreft is er hoop.
Na de twee grote vragen zijn er nog een aantal kleinere waar we graag het antwoord op zouden weten. Ik noem:
3. waar is het bewustzijn goed voor? Kunnen we niet even goed zonder bewustzijn leven, of zelfs beter? Zouden we het merken als er onder ons zombies waren, mensen die in alles op ons lijken, maar die geen bewustzijn bezitten?
4. hoe komt het zo? Is het bewustzijn tijdens de evolutie opgebouwd? Over die vraag ga ik het niet hebben. Curiositeitshalve deel ik u mee dat Jaynes in zijn boek The origin of consciousness (1976) serieus beweert dat het bewustzijn een recente uitvinding is, uit de tijd dat Homerus zijn bestseller schreef. Vóór de Ilias hadden de mensen geen bewustzijn.
5. wie hebben, behalve ik, nog meer bewustzijn? U natuurlijk, lezer. Maar hoe zit het met de Siamese tweeling, de lijders aan het No Personality Syndrome, dolfijnen, papegaaien, leeuwen, mieren, lelies, apen, of beter: de goeiïge gibbon, de stoute bobo, de dooftalige chimpansee en al die andere apen die hun bananen moeten verdienen door geleerden te gerieven? Over dieren en andere computers ga ik het in de maand maart hebben. In april komen zien en spreken aan de orde. Dan volgt in mei mijn oplossing voor het ‘ik denk: ik denk’-probleem en in juni de oplossing van het hele bewustzijnsvraagstuk, waarna in de zomer nog wat restjes worden afgewerkt.
Bij verenigingen en maatschappijen wordt het begrip bewustzijn vaak in overdrachtelijke zin gebruikt, door Karel Marx en velen na hem. Misschien heeft het zin om bij grote organisaties over het bewustzijn te spreken. Het gaat dan om een gestructureerde verzameling van een groot aantal menselijke bewustzijnen.
Bij het menselijk bewustzijn is de reductie tot kleinere delen niet mogelijk. Steeds weer wordt de fout gemaakt om een klein kereltje, dat middenin de hersenpan zit, te laten kijken naar een televisiescherm waar de ogen een beeld op hebben getoverd. Dat mannetje duwt op de knop linkerwijsvinger om die vinger aan het bewegen te krijgen. Maar hoe zit het met de hersenen van dat mannetje?
Het bewustzijn is het einde van de metafysische truc. Het kan niet tot kleinere bewustzijnen worden teruggebracht. Daarom is het zo'n moeilijk probleem. Bij atomen en genen zoekt men altijd weer de uitweg in het zoeken naar nog kleinere delen.
Een Amerikaanse president had op zijn tafel een bordje staan met de tekst The buck stops here (De verantwoordelijkheid kan niet verder worden afgeschoven). Zo is het ook met de verklaring van het bewustzijn van de mens: dieper kunnen wij niet gaan. The buck stops here (spreker wijst met zijn linkerwijsvinger op zijn hersenpan).