Hollands Maandblad. Jaargang 1998 (602-613)

[p. 34]

Nico Weber

Juffrouw Metselaar 4

Achter schuttingen worden de jongens betast.
In de schoolbanken groeit een idee in katoen.
In wc-deuren is kerk & heibel gekrast,
op een muur staat gespoten hoe honden het doen.

De condooms liggen triest buiten werking te kijk.
Er wordt veel gehanteerd met behulp van een foto.
Een minderjarige stapt in een auto,
ook vrachtverkeer stroomt door verdachte wijken.

Twee broertjes zoeken God op in van Dale,
losse woorden, afkortingen als EO
en ook de diepste zin van achterhalen.

De Juffrouw doodt een mug met vlakke hand.
In een salon omgeeft de leegte haar bureau.
Geen behang, maar volop tekens aan de wand.

Het verband, schrijft zij voor, legt men zelf maar, of zo.

[p. 35]

Juffrouw Metselaar 6

De visser werpt zijn hengel uit in 't meer.
De zuiger van een pomp gaat op en neer.
Twee jongens zijn verlegen en van adel.
Een paard werpt zijn berijder uit het zadel.

De worm worstelt zich van de haak, raakt zoek.
Het water heeft de visser aan de lijn.
De jonkheer kijkt de jonkheer uit zijn broek.
De ruiter vangt de visser met Latijn.

Het meer spat wild over verstilde boorden.
't Gemaal versplintert drijfhout en een baken.
De adel zoekt betekenis in woorden.

Er wordt verleid. Het paard vertrekt. De pomp slaat uit.
De vloed verdrinkt personen en hun zaken.
Misschien volgt er nog meer, besluit

de Juffrouw, waarin men amusant verstrikt kan raken.