[607/608]
Deze maand
Je moet nooit te veel stilstaan bij wat je doet. Voor je het weet doe je wat anders dan je van plan was. Toch lijkt juist deze plaats in Hollands Maandblad daar telkens om te vragen. We schreven hier al eerder over het weinig vanzelfsprekende verschijnsel dat het literaire tijdschrift tegenwoordig is. Het berust op een gevoel van urgentie (dit moet nu gepubliceerd - u moet dit lezen!), het kan niet zonder zendingsdrang (dit is goed - u dient ons te geloven), het appelleert aan de actualiteit (in dit nummer leest u wat echt leeft in de letteren - hier diepgravend commentaar op de maatschappij) en het suggereert een openbaar debat.
De meeste tijdschriftredacteuren zijn zo achterlijk zichzelf over dit alles een oor aan te naaien. Wij ook. Erger nog; eerst steek je je nek uit en dan nog dat oor: een beetje een mal gezicht. Waar de dilettant, de liefhebber, in alle afzondering zijn of haar gang gaat bij bezigheden, die uiteenlopen van surfen op het net of postzegelverzamelen tot verleidelijke perversiteiten in donkere holen, daar doen de redacties van literaire tijdschriften hun werk niet alleen met nog meer ernst, maar vooral ook in de openbaarheid.
Die openbaarheid is weliswaar beperkt, maar dat vergeet je in principe. En misschien ook uit principe. Een tijdschrift maken is je rug rechten, oogkleppen opzetten om die twintig andere tijdschriften niet te zien die in dezelfde kleine vijver vissen. Of je oogkleppen afzetten om efficiënt met je ellebogen te kunnen werken in de strijd om het eerste het beste, het meest originele, het geestigste. (Of om iets van een ander over te nemen, zoals Tirade en onlangs De Revisor onze boekhandelspagina overnamen en Rails onze rubriek Toets der kritiek). Een tijdschrift maken is het hoofd schudden om de eigen onmacht. Het is je neus achterna gaan en je tong uitsteken naar de kritiek. Het is je oor lenen aan dat wat nog niet geschreven is (en bij ons het oog aan wat nog niet getekend is).
Een tijdschrift maken is een knietje geven aan je vrienden, leven op te grote voet (er is altijd geld te kort - maak nu een nieuwe abonnee!), een lange neus trekken in de spiegel. Het is met je billen draaien (Hollands Maandblad - nu op het net!) de schouders ophalen over je eigen ernst (dat dat steeds niet lukt!), je borst nat maken en op de blaren zitten. Ja: een tijdschrift maken vergt heel wat lichamelijke inspanning.
Deze maand doen we dat onder andere met de hulp van drie dichters (Leo Vroman, Esther Segaar en Marc Tritsmans), een verhaal van Gijs IJlander dat speelt in de tijd van de tulpengekte, en met beschouwingen over de ondergang van de Titanic, over de Winterreise van Schubert, over de correctheid van Ed. van Thijn, over een Friese hoofdredacteur (door Martin van Amerongen) en over het verschijnsel Heldring (door Max Pam). Sta er niet bij stil, maar geloof ons, dit nummer van Hollands Maandblad is urgent, het is actueel. Lees dit blad. - md.