Hollands Maandblad. Jaargang 1998 (602-613)(1998)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Peter Theunynck Jager Wie kleren en geweren dragen denken zich de jager. Hij is het noodzakelijke kwaad: de honden in de aanhangwagen. Doet hij het deksel open, wordt het wild uit zijn legers gedreven. De lange loop van deze dieren is de laatste. Hun avond is warm en eetbaar. Hij vraagt aangeschoten naar zijn gage. [pagina 28] [p. 28] Zo broos Zo broos als jij in je bra ontwaakt ligt het dorp in zijn vallei nog wit van een slok ochtend om de mond. Politiek komt hier nauwelijks ter sprake. Zoals de everzwijnen die er zijn zonder dat je ze ziet. Of zoals de ree in het portaal langzaam leegloopt: een traag getik dat in de verte op een telgang lijkt. [pagina 29] [p. 29] Eenden De wilde eenden onder de brug van Mouzaive: ze drijven af en zwemmen telkens weer terug om onder de brug te blijven, want hier dwarrelt het elke dag van de vlokken voedersneeuw. Over de reling hangt een meisje. Zo eindeloos als zij haar wittebrood verkruimelt dat ze op een wolk lijkt. Vorige Volgende