Hollands Maandblad. Jaargang 1998 (602-613)(1998)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Pillen en poeders Jos Versteegen I Hij zag het dorp, het reuzenrad, de schiettent en de suikerspinnen, de octopus, de carrousel, de vader, moeder, zuster, broer. En liep hij door het glaspaleis, hij stootte zich aan holle spiegel en valse nooduitgang. Van buiten barstten de lachjes door het glas. Hij is het asfalt opgelopen dat riekte, kleefde, traag bewoog, en alle auto's claxonneerden. De laan, de pruiken van de bomen, het stof dat om zijn voeten hangt, het huis, de warme keukendeur. [pagina 34] [p. 34] II Hij heeft zijn kleren afgelegd en schuift het douchegordijn opzij om, kalm en roze, in de cel het hete water los te draaien. De tegelwanden zijn bestoomd, de druppels werken zich omlaag om aan zijn voeten op te gaan in 't grote stromen, wit van zeep. Hij droogt zich aan een palmenstrand. Hij scheert en kamt en denkt aan niets als hij de poeders in het glas laat glijden. Op het koude laken telt hij seconden, in een geur van kokoszeep en babyshampoo. Vorige Volgende