Hollands Maandblad. Jaargang 1998 (602-613)(1998)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Bij een overdosis motteballen Anneke Brassinga Broodkorstje, halfdoodborstje tikt aan het raam - eilaas, achter ijsbloemvitrage onachtzaam slechts liederlijke rozen kozend ter vaze staan: wij liklezen het almaar ontplokener fluweel onzer kelen en kelen wond maar kwelend wonder met stillende liprillingen elk d'ander. O slaapkindje tong, van zwerend hoofd tot modder- voeten komt er aan jou geen einde, al maalt de kleppermolen alle waterlanderijen droog. Je vlezige huigmast door rozentengels geënterd, doornangels, roestige kistnagels; in het ruim gesopt wil scheepsbeschuit. Een hoos gestampte muisjes rukt elk zeegat uit: waartoe, waarheen vallen overal gaten? Het mottig dons ligt hijgend voor de glazen. Vorige Volgende