[605]
Deze maand
Er is de laatste decennia een aantal dingen veranderd. En al ging het snel, het viel nauwelijks op. De spijkerbroek en de gymschoen bijvoorbeeld, of het alomtegenwoordige glanzende reclamedrukwerk, dat mij eens vanaf de mat imponeerde toen ik mijn voordeur opende na een verblijf in het toen nog papierarme, communistische Rusland. Ons gebruik van de computer. De fax. We weten allen hoe veelomvattend deze veranderingen waren, maar tegelijkertijd realiseren we het ons zelden.
Zo is, even onopvallend als explosief, het gebruik van pillen gestegen. En dan niet alleen in de wereld van dokter en ziekenhuis, maar juist ook in het dagelijks leven. Elke seconde gaan er in Nederland honderden pillen over de tong. Pillen met spikkels en pillen met dolfijntjes, pillen om op te zuigen en pillen om meteen door te slikken, indrukwekkende vitaminepillen en pillen die geen naam mogen hebben, pillen om opgewonden van te raken en pillen om rustig van te worden, pillen voor de vruchtbaarheid en pillen tegen de vruchtbaarheid, pillen tegen pijn, homeopathische pillen en echte pillen. Zoals Leo Vroman dicht:
Een witte pil bij het ontbijt
omdat ik nog aan rijmen lijd,
een zwarte bij het avondeten
om geen pillen te vergeten
Wat bij dit alles opvalt is, dat pillen niet alleen meer tegen iets worden ingenomen, niet alleen meer tegen een kwaal of tegen leed en narigheid, maar ook omgekeerd vóór iets. Traditioneel geldt dat natuurlijk al voor de slaappil. Steeds meer echter wordt niet de slaap, maar juist de roes verwacht van een pil. En dan hebben we naast de dope nog de doping, voor meer en sneller in de sport, de pillen die helpen bij het om-sexen van ons lichaam, waar binnenkort in het Farmaceutisch Theater wellicht nog de intelligentiepil aan wordt toegevoegd.
De negatieve pillenslikker slikt omdat hij ergens last van heeft en er van af wil. De positieve pillenslikker slikt omdat het leven tekort schiet. Dat maakt pillen interessant voor de literatuur. In elk geval voor een aflevering van het Hollands Maandblad. Positief pilgebruik is aan te treffen in de verhalen van Thomas Verbogt, Aat Ceelen en Martin Bril, in de beschouwingen van Professor Orlebeke en Bastiaan Bommeljé. En wellicht, zulks ook ter beoordeling aan de lezer, in het verhaal van Arnon Grunberg, in gedichten van Anneke Brassinga, Jos Versteegen en Leo Vroman. Negatief pilgebruik in de beschouwing die Maarten 't Hart wijdt aan noodgedwongen slikken. Het houdt nooit meer op. (md)