ieder jaar duizenden zaken al op het politiebureau aborteren vertelden ze er niet bij.
Of neem mr. dr. Jan de Valk, de beruchte voormalig persofficier te Groningen. In het Nieuwsblad van het Noorden van 27 juli 1996 vertelde hij hoe goed ze strafzaken kunnen aborteren in Groningen. Een parketsecretaris, zei hij, kruipt achter een computer met een rechtstreekse verbinding tussen politiebureau en parket. Voordat hij de lijst van de politie overneemt schrapt hij de processen-verbaal die hem niet aanstaan. Van die zaken spreekt hij er een paar door met de politie, en klaar is Kees. Een kind kan de witwas doen.
‘Wij hebben... de doelstellingen uit Strafrecht met Beleid gehaald’, zei De Valk. ‘Maar dat kan alleen omdat wij op deze manier werken’. Inderdaad, je moet natuurlijk niet de echte getallen rapporteren.
In Den Haag werden de sepotcijfers uit Groningen met open armen ontvangen en het parket kreeg een speciale bonus van vijftigduizend gulden. Vijftig mille, Rekenkamer. Op het witwasfabriekje ging de vlag uit. ‘En onze cijfers worden nog steeds beter’, kon De Valk beloven.
Later las ik in de krant dat de helft van alle aangiften verkeerd in de computers van de Groningse politie staat. Het systeem waarmee die parketsecretarissen werken deugt niet. Komt u dat bekend voor?
Het goede nieuws is dat De Valk inmiddels als persofficier is afgetreden vanwege zijn betrokkenheid bij de affaire-Lancée en omdat hij telefoongesprekken met journalisten op de band opnam en die bandjes aan de rijksrecherche gaf. Het slechte nieuws is dat hij als officier van justitie aanblijft en dat de door hem geschetste praktijk gemeengoed is in het Openbaar Ministerie.
Er is nog een interessant geldspoor. Het om wordt door het ministerie gefinancierd op grond van de instroom van strafzaken. Dus, zou je denken, omdat zoveel zaken al op de politiebureaus sneuvelen, loopt het een behoorlijk bedrag mis. Zo is het niet. Alle zaken die die parketsecretaris uit dat ondeugdelijke computerbestand heeft zitten schrappen, worden door het ministerie van Justitie gehonoreerd alsof ze gewoon bij het om zijn ingestroomd.
Het Openbaar Ministerie houdt er een dubbele boekhouding op na. In het ene cijfer tellen de weggefilterde strafzaken wel mee en in het andere niet. Beide cijfers worden beloond met geld, het hoge instroomcijfer met de normale vergoeding per zaak en het lage instroomcijfer met een beloning van vijftig mille.
Beginnen uw handen al te jeuken?
Het abortuskoffertje van een officier van justitie telt vele tangen, en in mijn geval kozen ze abortustang nummer 74. Sepotgrond 74 luidt: ‘civiel- of administratiefrechtelijke afdoening’.
Het zit zo. Een bedrijf waarin ik aandeelhouder ben was getild door twee oplichters. Het ging om een aanzienlijk bedrag, Rekenkamer.
Bewijsproblemen voor een strafveroordeling zag de officier van justitie niet, zei hij met zoveel woorden. Voor de zekerheid had ik zelf het bewijs op een presenteerblaadje aangeboden. Een technisch sepot was dus van de baan en het werd een beleidssepot. ‘Het ontbreekt ons aan capaciteit en als die capaciteit er wel zou zijn dan kreeg dit feit een lage prioriteit’, aldus de officier. ‘Mijns inziens dient de zaak civielrechtelijk te worden afgedaan’.
Misschien doelde hij erop dat de hoofddader, voordat hij aan lager wal raakte, ooit bij het bedrijf betrokken was, maar zo valt aan ieder misdrijf wel een civiele kant te ontdekken. Je kunt nu eenmaal alleen worden opgelicht door iemand die je kent. Met voldoende moedwil kan justitie aldus de criminaliteit voor een belangrijk deel privatiseren, en aan moedwil ontbreekt het niet.
Ben je het slachtoffer van een misdrijf dat wordt geseponeerd, en wil je geen eigen rechter spelen maar ook niet bij de pakken neerzitten, dan zul je dus civiel moeten procederen. Nu neemt, bij maximaal chicaneren door de tegenpartij, zo'n procedure door het tekort aan rechters al gauw een jaar of zeven in beslag. Ik heb na vier jaar nog steeds geen uitspraak in eerste aanleg. Uithoudingsvermogen is dus een eerste vereiste.
Je moet ook een sterke maag hebben. Sinds mijn oplichters merkten dat justitie ze niet strafrechtelijk vervolgt plegen ze nieuwe misdrijven. Om het civiele proces te winnen gebruiken ze vervalste processtukken en meinedige verklaringen. Ik ben bovendien verschillende malen bedreigd, waarvan een keer met een kogel, in een poging me er toe te brengen de procedure stop te zetten.
Van deze nieuwe misdrijven heb ik weer aangifte gedaan, wat leidde tot een nieuw sepot. Er loopt, motiveerde het om, immers al een civiele procedure.