kregen? In ieder geval niet door achteloos een paar ton subsidie het raam uit te werpen, dat kan ik je verzekeren. Door eigen vlijt en zuinigheid. En hard werken. En daar wil ik het even over hebben.
Wie stond er gister op de Minima-borrel van de Spijkermannetjes de halve avond Michaël Zeezicht in zijn kont te kruipen? Ik! En in mijn uppie! Terwijl daar minstens plaats is voor twee, zo niet meer. En wie heeft Het Plan Van Aanpak van Het Literatuurbureau gelezen? Jij niet, Wijnig. Wat zeg je, hou je niet zo van naamgrapjes? Wie zegt dat ik een grapje maak? Als ik een grap maak, dan zeg ik het er wel bij; dan hoef jij daar je lieve hoofdje niet over te breken!
Dat plan is een stuk cleverder dan jullie bij elkaar. Kijk, ik lees die stencils, dat heb ik nog aan mijn linkse jeugd overgehouden. Nog sterker, ik ben gaan praten met die ambtenaar, commies Tweede Klasse Frankieboy de Légère de Ligte, die kent zijn klassieken trouwens, en die heeft me alles uitgelegd. ‘Heel simpel,’ zegt hij, ‘we hebben het idee gewoon van Ontwikkelingshulp gepikt. Geef vandaag een hongerige man een vis en hij heeft morgen weer honger. Leer je hem vissen, dan kan hij voor zichzelf zorgen en ben je gelijk van hem af, en dat is wel zo rustig. Wij bouwen de subsidie voor boeken of tijdschriften af, behalve voor De Verkenner natuurlijk, en we gaan inzetten op marketing. Wij gaan mediatraining geven, we hanteren de push-and-pull approach, we richten ons op list marketing en consumer interest teasing, we gaan tv-tijd kopen!
Ik had het er nog over met een oude maat met wie ik nog in Het Oud Papier, Lompen en Metalen heb gezeten, maar die zei: ‘Die gozer heeft groot gelijk! Kijk nou eens welke Nederlandse schrijvers succes hebben in bijvoorbeeld Duitsland, dat zijn toch allemaal leuke meisjes met zo'n kop met haar und so ein toller Linda-de-Mol-Akzent, ik noem een Margriet de Moor, een Tessa de Loo, een Harry Mulisch. Want uiteindelijk verkoop je het meest als zo'n blonde stoot, liefst nog met een zielig kindje met een sleepbeen, op de tv is geweest.’ En toen ik zachtjes tegenwierp dat Nooteboom het daar toch ook niet onaardig deed, zei hij: ‘Schroef er maar twee tieten aan en pleur er een blonde pruik op, dat kunnen ze tegenwoordig heel knap uitlichten, en dan zal je eens zien wat verkoopsucces werkelijk is!’
risk reducing and action plan - Dáár kunnen we wat van leren, jongens. We gaan de zaken flink aanpakken, en wel met een nieuw tweesporenbeleid. Spoor één: de verkoop bevorderen met de oude, beproefde middelen sex, spiegeltjes en kralen. Bij elk nummer een sweepstake met mooie prijzen. Elke nieuwe abonnee een mobiele foon, dat kost tegenwoordig toch geen fuck, en vanaf nu alleen maar naakte wijven op het omslag, veel naakte wijven. Wat zeg je, Peedereboom, gaat het volgende nummer over Nietzsche en zie jij zo een, twee, drie de link niet? Dan zet je er toch gewoon een naakte vrouw met een zeiksnor op! Moet ik hier dan alles zelf bedenken? En welke gestoorde idioot komt er trouwens op het idee een heel nummer aan een dooie Mof te wijden? Dat moet eigentijdser: over de Celestijnse Belofte bijvoorbeeld, als je beslist interessant wil doen, maar er kijken wel meer mensen naar Goede Tijden, Slechte Tijden, ik bedoel maar!
En voor het geval dat dat niet helpt: spoor twee, ons teruglikken in het circuit. Daartoe heb ik de volgende afspraken voor jullie gemaakt: Van Doorneman, jij meldt je om halfzes in Hilversum, jij zit vanavond in Zeezicht op boeken, dus doe een stropdas om en laat je haar knippen; Bommelding, jij past vanavond op de kinderen van Xaviera Hekke, want die zit over twee jaar in alle jury's en je moet ze jong grijpen, die heeft nu al een invloed van-heb-ik-jou-daar; Peedereboom, ik heb een deal met de Penthouse, jij wordt daar om twee uur verwacht om vieze plaatjes uit te zoeken, en jij, Wijnig, hier is een stapel oude nummers, die ga jij in Plan-zuid langs de deuren verkopen en trek er in godsnaam een laag bloesje bij aan, je weet nooit of het helpt.
summary and conclusions - Toch makkers, als we dan toch ergens van afhankelijk moeten zijn, als ik de keus heb, dan maar liever van de lezer. Want wat het circuit betreft: bedenk dat wie leeft van het ophouden van zijn hand, moet beseffen dat de andere hand zich altijd in de buurt van de rand van de klep van de pet dient te bevinden: alstublieft, dank u wel, mevrouw, meneer.
Dus hop, aan het...