Hollands Maandblad. Jaargang 1997 (590-601)(1997)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 9] [p. 9] H.H. ter Balkt Aan de scharensliep op het Rotondenplein Wat veel galeien op zee, wat veel straten, scharensliep op het Rotondenplein. De zeven goden van de zeven planeten staan in hun nissen. De godinnen klinken aan hun tafels. Het Pantheon waakt, zijn messen vol blauw flitslicht (bij de marmervloer en de beelden) aangereikt door porfieren eethuizen, is de scharensliep een tweede waker op zijn stuurstang zijn roer, een fontein van fonkelende avondzangen, vonkend bij het meer van verdonkerende stenen. Ja, er gaapt een gat in de schemerende koepel dat met een cyclopenoog toeziet op de nieuwe heersers, gestreept als de zebrapaden; de quagga in de bosrand. Hard en rond als de eeuwenhoedende vloer in het Pantheon was je slijpsteen een helper, maar van wie. Spattend amaril maakte je blind. In je asfalten jas, ga nu maar weg van dat plein. Goudmunt klinkt op de nacht. Door 't kijkgat spiedt landingslicht. Laat geen Epeius van de vliegtuigtrap af da len! [pagina 10] [p. 10] Aan de scharensliep op het Rotondenplein 2 Slijp niet langer de scharen en messen door gezichtloze eethuizen je aangereikt, scharensliep aan de Piazza della Rontonda. De scharensliep wette de wil en de wetten. Al slijpend bedreef hij ondergang van wat er was. De scharensliep was een aanstichter. En toch was de scharensliep geen god. Hoe kwam hij er dan bij. Maar de scharensliep dacht dat ook niet. Dat deden de honderden andere scharensliepen, op vele honderden Piazza's della Rotonda. Zij wilden Assyrië terug. Zij wilden goden beelden en klingklang. Maar de tijd van de oorlogen moet voorbij zijn. En de tijd van het onttrekken moet voorbij zijn. Lieflijkheid, kom terug. Huiswaarts, messen, naar jullie kelder. Zwarte grachten, laat af. Vorige Volgende