Hollands Maandblad. Jaargang 1997 (590-601)
(1997)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 49]
| |
Co WoudsmaVan SchaffelaarVerse herfst in Barneveld.
Bruine kippen trappen tegen
natte tafels.
Fonteinen in de regen.
Bladeren, twee skateboards
door het lege dorp.
Naoorlogs baksteen en beton,
de Naakte Schapenwurger kaal in brons,
de vlezen nimfen kauwend bij de bron.
Zoveel is niet te koop:
een sapje en gezelligheid,
het paard en de te sparen geit,
het openbaar toilet (voor hen en haan),
de toren, circa
vijftig meter hoog.
Ik weet waarom hij sprong, alhier,
het plein, de glazen filialen tegemoet,
een wisse heldendood.
‘Heft de gegrilde poot!’
| |
[pagina 50]
| |
Tim Smit een jaarHet kindje completeert het huisgezin,
krijsend en zwijgend. Eerst is er alleen
die ander, gekozen en gekoosd,
eventueel een beest (de kat
wordt koe gevoerd).
De meeste mensen willen meer,
iets wat herhaalt, maar ongeveer.
't Klaviertje klinkt, Tim tikt de noten aan,
door Ludwigs vreugde. Eure Bahn.
Straks wordt de tuin van spelen sleets.
Als hij nadien nog verder groeit
heb je er geen kind meer aan,
want kijk, vreemdrose bloesem langs de muur:
de body snatcher bloeit.
| |
[pagina 51]
| |
NaseizoenGa naar voetnoot*Hoog in het hotel, hoog in de nacht, met
links de lege zee en rechts het stadje,
door dit perspectief ontvolkt, bestel ik
kip, vers van het strand, voor jou een zeehert.
Dan een schrijn met flessen wilde wijn: ‘Ik
zou de duurste nemen als u mij was,’
zegt de ober met een goedgekozen
Frans accent. Zo simpel kon geluk zijn
als hier verder nog wat mensen zaten,
was niet elke kamer vrij, verdwenen
wij niet, vrolijk door likeur, in een lift-
loze schacht, misprijzend nagekeken.
|
|