Deze maand
En dan nu eindelijk over tot de orde van deze maand. Ondanks het bepaald feestelijk tintje van dit nummer, blijft het Hollands Maandblad ook in zijn nieuwe levensfase bovenal een ontmoetingsplaats voor verbazing en nieuwsgierigheid. Wie de redeloze diepten van de menselijke goede bedoelingen wil peilen, leze het relaas van Arnon Grunberg over de schrijver die zijns ondanks even mee-eet met een overheid op literaire vrijersvoeten.
Wie wil weten wat het verschil is tussen geleefde tijd en geschematiseerde tijd, tussen herinnering en historisch cliché, leze de bespiegeling van Jan Pen over het vermeende breukvlak van onze eeuw, waarin meer op het spel staat dan de betekenis van de Tweede Wereldoorlog in de Nederlandse geschiedenis en de recent verschenen visie van Hofland en Rooduijn daarop.
Wie zich verbaast dat proza leeft en overleeft, en zuiverder klinkt naarmate het hoofd meer gonst van grieperige koortsvisoenen, leze de bijdrage van Anneke Brassinga. Wie nieuwsgierig is naar de krachtmeting tussen verbeelding en werkelijkheid in de arena van het menselijk tekort, leze het verhaal van Gerard Stout, die in deze Hollands Maandblad zijn ‘Nederlands’ debuut maakt. Wie meent niet genoeg te hebben aan het ongezouten bestaan zelf, leze het beklemmende stuk van Martin Bril waarin coke doet leven - en beven.
Wie wil weten hoe een kritische geest en een goed humeur kunnen samengaan, wende zich tot onze vaste rubrieken. In Toets der kritiek buigt Maarten 't Hart zich over de recensies van renate Dorresteins boekenweekgeschenk (verschenen in een oplage van 650.000 om alle somberaars over ontlezing de mond te sneoeren). In Aan de ene kant laat Max Pam zijn licht schijnen over twee gaffes van Andreas Burnier.
Poëzie is er van Wim Brands, Peter Ghyssaert en Paul van den Hoven. Zij hebben de P.C. Hooftprijs nog niet gekregen, maar wij houden van hun gedichten, en dat is ons vooralsnog genoeg.
Genoeg te lezen deze maand - genoeg in ieder geval om met opgeruimd gemoed de literaire staalmeesters, de letterbonzen, de vergaderingen-beleggers, de rapporten-opstellers, de hoorzittingen-organiseerders, en beleidsplannen-smeders snel te kunnen vergeten. Het is waar: velen zijn geroepen, maar goddank niet allen tot hetzelfde. - de redactie