[591]
Deze maand
Het lezen van lezers en het schrijven van schrijvers is een geschikt tweezijdig onderwerp voor een blad als dit, maar als de afgesproken bijdragen bijeen liggen komt het ene volgende onderwerp na het andere in gedachten. Er had een dubbelnummer over gemaakt kunnen worden; een tripel; een quadrupel.
Bijvoorbeeld. Het zitten lezen. ‘Ik blijf vanavond rustig thuis lezen.’ Rustig? Vaak lijkt het of zoiets moet bestaan, hoewel het strijdt met het idee dat wij lezen om gedachten en ervaringen op te doen die ons onbekend waren. Zeg liever: ‘Mij staat een veelbewogen avond te wachten: blootgesteld aan leesstof’ Daar komt bij dat op sommige avonden de verbeelding telkens afgeleid wordt door herinneringen en tegenspraak; dat er in sommige boeken te veel staat waar alleen een wereldwijzer of belezener lezer over kan oordelen; dat de telefoon de concentratie verbreekt; dat de slaperigheid vroeg komt. Een veelbewogen avond dan misschien, maar verkeerd bewogen; lezen mislukt.
Ander voorbeeld. All Dutch people speak perfect English, maar hoeveel verschil is er tussen de herkenning van een taal die iemand dagelijks hanteert en een aangeleerde, nagebootste? Er is reden om te vrezen dat een lezer van alles ontgaat in het buitenlands: betekenissen, bijbetekenissen, stembuigingen, subtiliteiten, banaliteiten. ‘Ik begrijp wat er staat - ongeveer.’ Heel knap; niet knap genoeg.
Derde voorbeeld: de vergetelheid. Richt de blik op de volgepropte boekenkast; roep er in gedachten iemand bij die binnenkomt, een bekoorlijk iemand, die niet vraagt heb-je-ze allemaal-gelezen maar, met een vinger gericht op een boek van drie jaar geleden: ‘Wat staat daarin?’ Vergeten; ging het over een figuur die... ik weet niet meer. Vraag: is de lectuur toch van waarde geweest, opgenomen in mijn levensbegrip, geabsorbeerd? Of van waarde omdat het boek een bijzondere smaak had zolang het duurde, net als een wijn? Vertel eens, hoe was de Cantemerle '78?
Geruststelling: een themanummer dient om delen van een onderwerp te belichten, niet om het in zijn geheel af te handelen. Op een aantal punten is nu licht geworpen; door Maarten 't Hart op alles-lezen, door Menno Lievers op lezen-en Wittgenstein, door Joop Dirksen op beginnende lezers, door Bastiaan Bommeljé op het misbruik van adjectieven - en dat is nog maar de helft. Als het geheel niet genoeg blijkt maken wij een vervolg. - j.j.p.