Verbanning
door A. Moonen
Op donderdagochtend de 19de september onder vrij heldere sterrenlucht reikt mijn reusachtige schaduw over scherp afgetekende tegels tot uiterste tuinschutting in door soms met bladergeruis afgewisselde wattige stilte der donkere omgeving tijdens pril dagaanloopje zo tegen zessen terwijl ik een shaggie rook. Weer een dag.
Smiddags ontstaat er een welwillende huisvredebreuk door een halfuur te vroeg verschijnende fotograaf van de noodlijdende courant Het Parool die voor hun serie ‘Op de klapstoel’ heel wat werk maakt binnen mijn krappe huiskamer, in een mum van tijd veranderend van ordentelijkheid tot onvoorstelbare wanorde, bekant zoals na een politie-inval, zodat ik overrompeld wegens zijn te vroege komst, mede ook waar Hikmet onverwacht iets eerder was verschenen dan de fotograaf, 2 mg valium moet slikken om m'n zenuwachtigheid te beperken. Waar ik amper de tijd had gekregen mij op 't vraaggesprek met een zekere Van Drimmelen of Van Brummelen voor te bereiden en de werktafel ordelijker te maken, raakte ik in een almaar wisselender stemming en zette Hikmet aan de vaat, zelf in het wilde weg tetterend, alsof de fotograaf de interviewer betrof, overigens een vriendelijke man, Tsjechische afkomst, Britse vader, opgevoed te Amsterdam, liefde voor zijn kiekvak tonend, waarom ik gedoogde de huiskamer binnen ommekijk vanuit de keuken te zien veranderen in een fotostudio: er werd een donker gordijn als achtergrond door hem gespannen, een lichtscherm op tafel geplaatst, de klapstoel doeltreffend opgesteld naast mijn rooktafeltje, kortom, hij bleek uit op verregaande perfectie om de zoveelste kiek ener ‘beroemdheid’ te maken, waardoor m'n zenuwachtige stemming veranderde in aanmoedigingsgedrag; zelden heb ik dermate gedreven geposeerd. Hikmet had 't in de keuken moeten ontgelden en werd naar tuinstoel verwezen door me. Daar begon hij weer shaggies voor me te draaien. Uiteindelijk belandde de minnaar in tuinkamer na eerst voor mijn rekening vier halve liters bier te hebben gekocht. Nou, hij kreeg daar ruimschoots de gelegenheid een enorm aantal Old Holborns voor me te draaien in afwachting van kwakjesontheffing, hij kon zelfs even voor een privé-kiekje meeposeren naast klapstoel staande, onder voorbehoud dat de foto niet openbaar gemaakt
zou worden. Nog nimmer heeft de minnaar zo lang moeten wachten op ontlading der anale aandrift, zonder dat het ervan kwam ditmaal, want ondertussen was Van Drimmelen of van Brummelen eveneens per automobiel verschenen, zodat Hikmets geduld wel zeer op de proef werd gesteld daar in de tuinkamer. De katten waren tijdens kiekjesgebeuren naar buiten gevlucht. De interviewer gebruikte geen opname-apparaatje, noteerde in zelfsteno mijn woordenvloed. Eindelijk werd 't Hikmet te veel, ik vernam storende geluiden vanuit de tuinkamer. Hij vertrok teleurgesteld omstreeks kwart voor zes naar huisgezin, dus slechts een halfuur eerder dan dat de heer Van D. of Van B. verdween. Nauwelijks te mijnent rond vier uur had ik de interviewer gevraagd een goede opleiding genoten te hebben zonder te zijn ingegaan op de wedervraag hoe of dat met mijn persoon stond.
Maar nou de geciviliseerde oerwoudneger van boven: we schrijven oktober 1994. De lummel veroorzaakte met mijn werkspanning mee hoge bloeddruk door eindelijk met waanzinnige apparatuur, geholpen door handlangers, van de pinkstergemeente cadeau gekregen vaste vloerbedekking tegen de houten grond te gaan nieten. Het regende die bewuste zaterdagmiddag. Ik kreeg in invalidenstoel zittend tijdens telefoongesprek met wijlen de buurtkennis een duizeling, droop aldra af rich-