Hollands Maandblad. Jaargang 1996 (578-589)(1996)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Jos Versteegen Veluwse taferelen 1. Jacht Mijn wollen sokken heb ik aangehouden, maar verder hangt mijn kleding aan een tak. Er lekken druppels uit het bladerdak. Ik baan mij door de kille najaarswouden. Geruchtloos zijg ik op mijn handen neer en meng mij, midden in de Kroondomeinen, voorzichtig in een groepje wilde zwijnen. Ik wroet en knor. Ergens ruist snelverkeer. Ik neem een slokje water uit een poel en kauw gedachteloos op beukenoten. Dan klinken in de verte kreten, schoten. Ik hoor gehuil van honden, woest gejoel. Ik kijk nog even om voordat ik wegren: die blonde, ginds, is dat niet Alexander? Ik vrees mijn koninklijke tegenstander omdat ik in de bossen heg noch steg ken. De wilde zwijnen zie ik al niet meer. Ik vlucht nu ook, op handen en op voeten. Door struiken, varens, beekjes voert mijn route, en opgewonden blaft het jachtgeweer. Dan schiet de hagel door mijn kuit, ik gil en stort ter aarde, bang, bezweet en moe. De meute sleept mij naar de Kroonprins toe. Zijn laars staat op mijn rug. Waar is mijn bril? [pagina 30] [p. 30] Veluwse taferelen 2. Maaltijd Hier sterf ik, in een keuken ten paleize. Daar staat de meesterkok die mij bereidt. Hij glimlacht en ik denk: het is mijn tijd. Mijn troost: ik zal als hoofdgerecht herrijzen. En word ik opgediend door een lakei, dan klinkt aan tafel een beschaafd applausje. Ik lig te dampen in een mosterdsausje en uit mijn zitvlak groeit een verse prei. Ik ben gevuld met mousse van maagdenperen, frambozen, besjes en gesnipperd spek. Een krans van eikeloof hangt om mijn nek. Mijn buik rust op een bed van schorseneren. Ik ruik naar peper, dille, Spaanse kerrie. Ik klem een appel in mijn open mond. Mijn wangen blozen, vurig en gezond. Mijn billen zijn gemarineerd in sherry. En zo, met peterselie in mijn oren, lig ik te pronken op de avonddis, die 'n feest van zilver, kaarsen, bloemen is. De Kroonprins oogt gewassen en geschoren. Een tafeldienaar schenkt fluwelen wijn - bloedwatervallen uit bestofte flessen - en Willem-Alexander grijpt de messen. Hij stort zich op mij. Grommend als een zwijn. Vorige Volgende