Hollands Maandblad. Jaargang 1996 (578-589)

[p. 45]

Emma Crebolder

Vos b

Vos, ik heb ver bij je vandaan
gewoond, ik sprak er talen
maar vossentaal blijft aller-
mooist. In Olduvai is Habilis
gevonden, de eerste mens.
Over de savanne daar liep
jakhals, jouw naamgenoot.

In meren van de Grote Breuk
heb ik gezwommen, dieper
was geen meer, maar in
de Clingse wielen stond jij
aan de oever, een verhaal,
mij met de paplepel in-
gegeven. Te Gombe waren
chimpansees, ik kende hun
verhalen niet, die hoorden
bij de mensen daar. Ik ben
teruggekomen omdat jij mij
riep reinardie te zingen.

[p. 46]

Vos c

Ik maakte met mijn hand
een schaduw aan de wand.
Men zei - Het is een hond -
het is een vos gebleken.

Nu roept die schim van
lang geleden om zijn beeld
om iets wat van hem in
mij is nagebleven.

Wat denkt hij wel wie
hij is, een vingerstand om
muil en oor mee aan te geven.

Je schijnt van mij te komen.