camera niet) en ja, daar komt de muziekschool en het gevaarlijke kruispunt met de Kromme Elleboog. De aandacht verslapt. Ik heb dit stukje straat meer dan vijftigduizend keer afgelegd, te voet, op de fiets, per auto, wat is de fascinatie? Dat we het vertrouwde op een andere manier zien? Maar zo anders is die manier niet. John Griffiths, die uit Amerika komt, al veel te veel burgermanswoningen onder ogen krijgt en al te veel in auto's moet zitten, is een van de weinigen die de Bijrijder zonder warmte gadeslaat. Zelf kijk ik wel eens naar de enige concurrent die mij bekend is, de trailer van Nord Drei, wordt 's nachts uitgezonden maar rijdt overdag door oninteressante Duitse straten, te midden van het andere verkeer, stopt voor vervelende stoplichten, er steken onbekenden over - niks aan. Te ver weg, een paar honderd kilometer.
TV-Noord zendt ook lokaal nieuws uit. Dat heeft een overwegend rustgevend karakter. Zeker, er wordt hier wel eens een moord gepleegd, maar dat wisten we al en we zien alleen de straat waar het gebeurd is en we horen de officiële voorlichter van de politie. Ze zijn er altijd wat laat bij, van TV-Noord, want ze hebben weinig echte medewerkers en die hebben een voorkeur voor gesprekken met autoriteiten. Vandaar dat de moeilijkheden in het gemeentebestuur van Eelde ruime aandacht krijgen - ik zie dan opeens een oud-student van mij op de buis verschijnen, wist niet dat hij daar wethouder was. Trouwens, mijn eigen wethouders, in Haren dus, ken ik eigenlijk alleen van de buis. Alleen Neutel, die op de Kerklaan woont, fietste toen hij nog in functie was geregeld voorbij en dan wuifden we naar elkaar - opeens hoor ik dat hij met tegenzin is afgetreden, hij legt het uit op TV-Noord, en ik weet nu alles van deze affaire die zich heeft afgespeeld in het raadhuis waar ik dagelijks langs kom, driehonderd meter van mijn huis. Zo is ook burgemeester Weide dichterbij gekomen. Die ken ik natuurlijk wel, hij staat geregeld in het Harener Weekblad en soms haalt hij in ongunstige zin de landelijke pers, hij loopt gewoon op straat en valt dan speciaal in de zomer nogal op - iedereen die het zich kan veroorloven draagt een decente korte broek, zelf heb ik wel eens boodschappen gedaan met onbedekt bovenlijf (geen gezicht, vinden sommigen, al dat grijze borsthaar), maar dan wandelt er iemand tussendoor in een keurig pak, boordje, dasje, nog net geen ambtsketen, dat is de burgemeester, op weg naar zijn ambtswoning aan de Weg voor de Jagerskampen. Hij gaat trouwens met pensioen, de ambtswoning staat te koop, ze willen er een miljoen voor hebben en dat treft mij aangenaam; mijn eigen huis is mooier en staat voor veel minder op de balans. We horen in het lokale nieuws ook over de fusie van de drie noordelijke waterleidingen, die gaat niet door, de bestuurders doen
daar zeer zorgelijk over, maar intussen stroomt het water nog steeds door de leidingen. Sensationeel was dan weer die bus die afgelopen winter half in het Hoendiep was gegleden - hij hing in de berm en op het zwakke ijs, er stond een onvoorstelbaar hoge kraan naast en midden in de nacht, bij gierende storm, was een man bezig een lus onder het voertuig te leggen. Hij hing zelf ook aan een touw, de camera was vlak bij zijn handen, het was spanning en sensatie en opeens het gevoel: ik ken die man, hij heeft een garagebedrijf in Hoogkerk, en trouwens die plek aan het Hoendiep, bij de Pofferd, daar ben ik vaak langs gekomen toen we een boerderij hadden in Enumatil. Dat is nog eens wat anders dan beelden uit de Andes.
Een regelmatig terugkerend programma heet Op Stap. Een cameraploegje kuiert door Hoogkerk, Helpman, Paddepoel of Hoogezand. Voorbijgangers worden staande gehouden, er worden wat vragen gesteld (soms is er een thema: bent u gelukkig? Wat denkt u van de vrijheid?), er ontspint zich een gesprekje, de interviewer belt ergens aan en vraagt binnengelaten te worden, aan het slot van de ontmoeting moet de aangesprokene aan een kompasnaald draaien om de richting van de cameraploeg te bepalen. Het is meestal van een verregaande klunzigheid. De vragen zijn onnozel, de antwoorden worden niet opgepikt, de kijker vraagt zich af of de klungeligheid opzet is of toeval. De ondervraagden hebben langzamerhand goed in de gaten hoe het programma werkt en reageren schuw of provocerend. Stoot men op studenten of feestgangers, dan ontspint zich een wedstrijdje in grofheid. Natuurlijk wordt achteraf in het materiaal gesneden, we krijgen dus alleen te zien wat de redactie de moeite waard vindt. Wat opvalt is de bereidheid van terughoudende Groningers om de televisie in hun woningen (‘wonings’) toe te laten en de terughouding te laten varen. Het doet denken aan Taxi, waarbij taxipassagiers worden verleid tot verrassende