[577]
Deze maand
Schrijvers worden geregeld benaderd met de vraag, of ze ergens uit hun werk willen voorlezen, in een forum willen discussiëren, dan wel een lezing kunnen houden. Daarbij wordt dan meteen geruststellend opgemerkt dat de reiskosten zullen worden vergoed. Die opmerking wordt ook gemaakt wanneer je in je eigen woonplaats op gaat treden. Reiskosten vergoeden betekent in dit idioom namelijk niets anders dan dat je er geen moer voor krijgt.
Van schrijvers wordt niet verwacht, dat ze vragen of het ook schuift. Wie zijn leven aan de letteren wijdt en daarin enig succes heeft, verkeert in hogere regionen waar het ‘teer, beboterd wit’, zoals het in een gedicht van Jos Versteegen in dit nummer van Hollands Maandblad heet, geen enkele rol meer speelt. Niet bij brood alleen impliceert, zoals iedereen weet, niet dat men extra veel aandacht aan het beleg zal besteden: het betekent helemaal geen brood. Wie zich kan laven aan Cultuur, hoeft niet te eten of te beleggen. Kunstenaars leven immers van de wind, die adem van de geest.
In een winderig land als het onze zou dat geen probleem moeten zijn, maar als schrijver zit je er soms mee, om (in de woorden van Thomas Verbogt) een ‘prominente wijkbewoner’ te zijn, die met een fles wijn al heel, heel blij is. De boekhandel mag het literaire tijdschrift om den brode stiefmoederlijk behandelen, de uitgever bekogelt voor het broodnodige beleg de markt met pockets en andere lettersnacks. De media vragen de schrijver niet alleen te schrijven maar het boek ook zelf te komen verkopen, zoals Maarten 't Hart illustreert, terwijl die schrijver zichzelf ook nog eens, aldus H.J.A. Hofland, moet subsidiëren met uiteindelijk funeste gevolgen.
Men verlangt van de schrijver dat hij niet eet: de noodzaak van een boek moet kennelijk voelbaar zijn en anders, zo betoogt Arnon Grunberg, moet het wel over leukemie gaan. Is de schrijver dus miskend en zielig? Dat is wel het laatste waar dit nummer van Hollands Maandblad op aanstuurt. Het Hollands Maandblad is geen vakbondsblad maar een literair tijdschrift. Er wordt niet geklaagd (zelfs niet in Liesbeth Koenens hartekreet), maar geschreven over broodschrijven, over de wereld achter het woord reiskosten.
Verder in dit kerstpakket onze rubriek Aan de ene kant door Max Pam, over Irene; de maandelijkse Toets der kritiek over de uiteenlopende recensies van Geerten Meijsings De ongeschreven leer, gedichten van Wim Brands; een opstel van Jan Kuipers en een mooi verhaal van debutant Anton Verstraete. Neem of geef nu een abonnement. - md