[573/574]
Deze maand
Er is deze zomer bijna geen tv-journaal voorbijgegaan of wij zagen een Bosnische vrouw snikken over het verlies van haar gezinsleden. Zij is niet per ongeluk in het beeld gekomen; zij is met opzet gefilmd om ons te overtuigen dat zo'n oorlog meer teweegbrengt dan onpersoonlijke knallen.
Het is licht aangrijpend om te zien; niet zwaar, want zij blijft een verre vreemde, maar de kijker zou willen weten of iemand zich over haar ontfermt. Hoe zal het haar gaan? Wij komen er niet achter; wij moeten door met de rest van het nieuws.
Het enige wat wij kunnen doen is de opinie onderschrijven dat die oorlog beëindigd moet worden, en dat wij zolang hij nog duurt de nood moeten lenigen en een internationale organisatie sturen om de oorlogvoerenden te vermanen.
Die dingen zijn al gedaan. Hiermee is het eind van ons latijn bereikt. Bevredigend is anders, maar gelukkig zijn wij eraan gewend dat opinies en opvattingen geen verschil maken. De grote gezagslichamen handelen naar eigen inzicht, de kleine ook, en thuis gaat het niet anders: daar dienen opinies alleen soms voor naasten om zich tegen af te zetten. Zelfs Hitler merkte het op, was onlangs te lezen. ‘Er wordt geen belang gehecht aan wat ik zeg.’ Het is onontkoombaar.
Daarmee zijn opvattingen en opinies nog niet waardeloos gebleken. De mensen moeten elkaar tegenspreken, anders komt er in de samenleving een muffe lucht van communis opinio te hangen. Laten wij elkaar vooral opwekken met meningsverschillen, ratelend als kiezels in een bus.
Bovendien hebben meningen en opvattingen een beschrijvende functie. Het zou lastiger worden om te vertellen wat wij beleefd hebben zonder waardeschatting: goed en kwaad, mooi en lelijk, fortuinlijk en jammer.
Opinievorming necesse est, maar het kost vele jaren om de nutteloosheid ervan ook in noodgevallen vanzelfsprekend te leren vinden. De Bosnische vrouw weet niet eens dat miljoenen kijkers tien seconden lang met haar meegeleefd hebben en van mening zijn dat haar verlies voorkomen had moeten worden. Honderd jaar geleden zagen de mensen slachtoffers alleen als iets in de buurt gebeurde, en dan drong het tot ze door. Nu zien wij de hele wereld en kunnen nergens iets aan doen.
Gods wil is een formule die de machteloze kijker soms in gedachten komt, maar die heeft geen zin voor een ongelovige. Onderwerping aan de willekeur van het heelal, dat zou meer betekenen. Allicht dat opwellingen van gevoel en opinie weggevaagd worden als wolkjes.
Het blijft moeilijk aanvaardbaar. Wij zijn de erfgenamen van een optimistische beschaving die de misstanden uit de wereld wilde ruimen; en kijk eens wat ervan terechtkomt.
In ieder geval moet het meningsvormen doorgaan, net als het ademen. - j.j.p.