Hollands Maandblad. Jaargang 1995 (566-577)(1995)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 24] [p. 24] Jan Baeke Il miglior fabbro Ik kom N. geregeld tegen hij mij nooit en altijd verzuimen wij elkaar de laatste woordenwisseling door te geven of te wijzen op een sluimerend probleem aangaande kennis en verlies. Wij zijn beiden schrijvers, tenminste hij is schrijver. Ik reis als verstekeling mee. Zijn stem is zachter dan de mijne maar er gaan meer woorden in. Ook hij staat weleens aan de rand van de zee maar hij begrijpt de golven. Hij heeft vier vrouwen. Ik heb vier vrouwen lief. Hij is de laatste meester noch de laatste leerling. Hij heeft ons een treffende beeldspraak nagelaten. Ik leef naar die beeldspraak alsof het de mijne is. [pagina 25] [p. 25] Concurrentie Jouw knechten zijn welopgevoed en goed gekleed. Niet als de mijne, slordig handschrift valse deuntjes. Jouw knechten zijn meedogenloos. De mijne overleden, eigen zaak, diverse filialen. Ze maken zich voor mij onzichtbaar, zoeken het gezelschap van jouw knechten op. Ze annuleren mijn gesprekken en verspillen het krediet van mijn wankele onderneming. Jouw onderneming heeft niet veel te lijden van de grillen van jouw personeel. Als jij zou willen, kan je mijn knechten bellen. Zij zijn bereid de boeken te verduisteren die ik altijd al heb willen schrijven. Jij hoeft je aan niemand te vertonen om succesvol te kunnen zijn. Van jouw handschrift is alleen bekend dat het mijn knechten niet misstaan zou. Het moeten dezelfde knechten zijn die raadselachtige zinnen onbekende teksten binnensmokkelen. Vorige Volgende