‘Gegroet Waarlijk Lichaam’
‘Jij hebt dit boek ter hand genomen. Nieuwsgierig? Gewoon uit verveling? Op advies van wie? Begrijp je de titel, dan ken je een beetje Latijn.’ Aldus het begin van het onlangs verschenen romandebuut Ave verum corpus. Gegroet Waarlijk Lichaam van Désanne van Brederode. ‘Het is een sterk begin,’ schrijft Tom van Deel in Trouw van 2 september j.l.; ‘bladzijdenlang wordt de lezer ondervraagd en ingeleid in de mentaliteit van het verhaal dat komen gaat.’ ‘Een naïeve captatio benevolentiae’ noemt de Volkskrant dit begin op dezelfde dag bij monde van Arjan Peters. Waar Van Brederode schrijft: ‘Lees mij met je zintuigen. Ga alsjeblieft niet toeschouwen en onderscheiden,’ antwoordt de recensent: ‘Dat bepaal ik zelf, mejuffrouw.’
Hans Warren vindt in de Provinciale Zeeuwsche Courant van 16 september ‘de innemende kant van het boek’ dat ‘ze heel ver (gaat) in het persoonlijk toespreken van de lezer’. Janet Luis schrijft een week eerder in NRC Handelsblad naar aanleiding van dezelfde passage: ‘al te vlotte babbeltoon’ en ‘geforceerd aandoende, modieuze zelfbewustheid’, waar de Volkskrant spreekt van ‘onzekerheid’; ‘een zelfverzekerd auteur zou zich niet te sappel maken om de leeshouding en manier van oordelen van een onzichtbaar publiek.’ Hans Warren: ‘De jonge schrijfster heeft de zelfverzekerdheid van een routinier.’
Antoine Verbij proeft hier eerder ‘aanmatiging en zelfgenoegzaamheid’ (De Groene Amsterdammer van 28 september). Hij is geen bewonderaar van Van Brederodes stijl. Lucia, de hoofdpersoon van Ave verum corpus, heeft een aantal verhoudingen. ‘Die relaties gaan met veel middelmatig geklungel gepaard, hetgeen tot lange passages vol tenenkrommend bakvissenproza leidt.’ Naast ‘droedels’ ziet Trouw een ‘precieze, levendige en beeldende schrijfwijze’ en ‘mooie en sensibel geschreven passages (...) met voortreffelijke dialogen’.
Op
NRC Handelsblad maakt het boek ‘een prettig openhartige en zelfs integere indruk’.
De Groene. ‘Ave verum corpus is een roman vol koketterie.’ Volgens
Verbij doet de schrijfster ‘haar best (...) haar verhaal enig gewicht te geven door er filosofische en theologische platituden doorheen te weven’.
Carel Peeters meent in
Vrij Nederland van 17 september dat dit boek ‘een echte essayistische roman (is), want de bespiegelingen zijn er een wezenlijk onderdeel van. Het is een roman die onderzoekt wat het is “waarlijk lichaam”
te zijn’. Wat vindt
de Volkskrant van ‘het rigoureuze zelfonderzoek dat in deze roman wordt ondernomen door een filosofiestudente’ (
NRC Handelsblad)?
Arjan Peters: ‘Het niveau van Lucia's filosofische onderzoekingen blijft steken bij het prangende vraagstuk of je sex kunt ophouden, als was het een drol.’ -
md