No milk today
There's a bit of magic in everything and then some loss to even things out
Lou Reed
Bert van Weenen
‘Melk’ was in die tijd voor mij een woord dat werk betekende, geld, en in het verlengde daarvan: boeken. Ik verdiende wat bij door de melkboer te helpen, elke zaterdag van 7 tot 12. Eerst had mijn broer dat gedaan, maar toen hij van lieverlee meer kon verdienen met het opknappen van oude brommers en auto's, liet hij het werk bij de melkboer graag aan mij over. De melkboer was een kleine, gezette man die helemaal opging in zijn werk. Alleen op zondag speelde hij orgel in de kerk, dat was zijn enige hobby. Soms vertelde hij mij daarover als we in zijn witgespoten bestelbusje op weg waren naar een volgende klant. Van de gemeente moest hij steeds langzamer gaan spelen, dat was eerbiediger vond men. De hele noten van het psalmgezang werden almaar uitgerekt, tot hij er na een aantal aanvaringen met kerkeraadsleden als organist de brui aan gaf. Daarna speelde hij alleen nog maar thuis op zijn dure Johannes-orgel. Hij moest van toen af aan genoegen nemen met het publiek van zijn vrouw en dochter. Niemand anders hoorde meer hoe gedreven hij de toetsen bespeelde tot meerdere glorie des heeren. Soms kwam ik 's zondags langs zijn huis, als ik de hond uitliet, maar horen spelen heb ik hem nooit.
Zelf had ik ook orgel spelen als hobby, maar veel bracht ik er, ondanks twee jaar les, niet van terecht. Ik had er geen gevoel voor en bovendien: m'n leven lang psalmen spelen op hele noten, daar had ik geen trek in. Liever las ik de boeken die ik eens in de zoveel tijd 's zaterdagmiddags kocht na mijn werk bij de melkboer. Woorden en zinnen zeiden me meer dan noten en notenbalken. En helemaal opnieuw beginnen met leren lezen - zoals ik het aanleren van notenschrift en allerlei toonladders beschouwde - daar had ik eigenlijk ook niet echt zin in. Vaak moest de muziekleraar mij van het veldje naast ons huis komen halen, waar ik druk aan het voetballen was met jongens uit de buurt. Dat kostte allemaal tijd, die weer van het lesuur afging. Als ik dan bezweet achter de toetsen zat, lukte 't natuurlijk niet best. In gedachten scoorde ik het ene doelpunt na het andere, maar de muziekoefeningen voerden mij met horten en stoten naar de nederlaag.
Wat was ik blij als ze afgelopen waren en ik me met een dik boek bij de centrale verwarming kon nestelen. Langzaam de pagina's omslaan en opgaan in een wereld waarin fantasie en geluk regeerden. Ik werd meegevoerd naar verre planeten en leerde te overleven in de jungle of het Wilde Westen. Op slag was de misère van de muziekles vergeten en kon ik weer rustig ademhalen. Ik werd opnieuw volledig mens, door te lezen, er vond een regeneratie plaats die mij nieuwe energie gaf. Herboren sloeg ik de laatste bladzijde om en keek de kamer in, waar de rest van de familie naar de televisie zat te staren. Ik probeerde iets uit te brengen om mijn herstel te vieren, maar in negen van de tien gevallen bleef 't bij zwijgen. De anderen keken tv en ik genoot nog na van het boek, mijn boek, dat ik van mijn eigen centen gekocht had en me eigen gemaakt, in die paar uur, als geen ander.
*
Aan sommige klanten verdiende je niks. Met name bij bejaarden had mijn bezoek meestal meer een sociale dan een economische functie. Ze praatten wat af tegen mij. Kennelijk kregen ze die kans niet door de week en waren hun buren doof of op vakantie. Aan het wegbrengen van een halve liter vanillevla was ik minimaal een kwartier kwijt. De oudjes liepen volgens mij expres nog langzamer dan ze gewoonlijk al deden. En het geldbusje met de stuivers, dubbeltjes en kwartjes was steevast zoek. Zo schuifelde zo'n oud vrouwtje dan door de woonkamer van haar huis, op zoek naar een paar kwartjes, en vertelde honderduit over de dingen die haar allemaal overkomen waren in die week. Maar al te vaak ging 't over ziekenhuizen en dokters, iets waar ik, zo ik er al tijd voor had, zeker geen zin in had om naar te luisteren. De ouderdom komt met gebreken - op dat thema improviseerden ze onvermoeibaar. 't Enige troostvolle aan zo'n bezoek was dat