Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)(1994)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Pieter Boskma Nostalgische priëlen I ‘ga niet ruggelings in nostalgische priëlen. alles verjongt zich, behalve de ziel, groter de kloof met wie je al was - ga niet ruggelings in nostalgische priëlen. de zon zal een onbetrouwbare gloed in het daglicht leggen en een voorspelde profetie uit de hanen geselen de doden zullen er slijpen de zeisen en wankelen naar het vruchtbare veld, en moeders zullen hoeren zijn als zij dragen de vrucht van je vlees. nee, ga niet ruggelings in nostalgische priëlen. een kim verheft zich uit het gras en noemt zich levensdoel; daarachter dansen duizend zwarte kimmen op een rij. er zal geen vrijgesproken oog opnieuw details vergulden met een milde tong van binnen. en wat er torent heeft naam en schaduw. bestrijkt met grote macht de aanzet tot gedachten die vervagen achter de gestalten van de zo even nog klinkende dingen, dus nee: ga niet ruggelings in nostalgische priëlen...’ II ‘... of in de violette winter waar de jeugd patent op heeft, waar portieken fonkelen van blozende omhelzingen, achter ouderwetse vensters, in de schemerende serres, beosnavels glanzen als een bloeddoorlopen oog, waar lantarenlicht zich uitrekt als een majesteit, stiller dan de jaren vijftig weer de jonge vrouwen lachen en zich statig weten in hun drachtige heelal, waar lopers op de sloten passen met een zucht van heimwee, houtrook uit een woonboot een moment een meeuw verbijstert en hem verbrande veren geeft waar de zolders gloeien voor een redeloze toekomst en gipsen cherubijnen tegen de beroete gevels geen wolkjes adem zuchten, maar verdomd: van goud.’ [pagina 34] [p. 34] III ‘ooit zal liefde heersen, als in de laatste oliedrum de hand valt van de bedelaar, en in die vlammenschreeuw de vrouw opnieuw haar schoot bevrijdt, ooit zal liefde heersen. de wiekslag van de engel zal ruisen uit gekruiste monden en het goudgebit doen glanzen in de ontketende genen, en helder klinkend als het wijnglas van de troubadour zal de meest geleerde clerus zich een vloek permitteren. en waar de lach die buiten de ogen blijft volharden zal en het verwerpt met koude galm en wetsvoorstel, dan nog zal tot de laatste letter naar de geest geschreven staan: ooit zal de dood slechts buiten het domein der liefde heersen.’ Vorige Volgende