Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)

[p. 26]

Frederik Willem Haghenaar

Kinderliedje

Kind, kat, wesp.
De gebedsmolen draait
als een molenpaard

bij de man met de haardos
van hout, oud hout.

De gebedsmolen draait
als een reuzenrad,
almaar in het rond.

En de man geeft de wesp
een schop in zijn buik,
kind, kat, wesp...

En de kat die blijft haken
in de klauwtjes van 't kind,
driemaal in het rond.

De man en het kind
zingen in de draaimolen:
kind, kat, wesp.

Kermis

Een tandrad vol benen met
handenvol tenen omgekeerd.

Hij hinkt op een kruis
met een mondvol draden. Later:

zeven schitterende geiten maken
een draaimolen van de aarde,

waaronder hij ligt te kijken,
met een mondvol maden: later.

Ik tikte tegen mijn voorhoofd,
maar ik loofde hem, om zijn

schitterende tanden: de man
die op een raket zat.

[p. 27]

Gedachten zijn maar kleine dingetjes

Ik sein Robina:
‘Pssst! Prrrr!
Oe mjenja k tjebje
pappapajaaa’ (oepsch)

en aarzel vluchtig
over: de kamer uit?
Ja snik nee ha
oe
o sproet, ik moet -
vertel mij

kort en bondig
over minnekozen
................schakel
zacht, gooi de gedachten
in de lucht.

Overschakelen dan rrrr
op de handen.
Weg met de gedachten.
Vingertjes, kleiner,
in poriën steken (peu)
en duimelen, zuigen,
heerlijk

zo door

Giulietta degli Spiriti (1965)

[p. 28]

Vergelijking

Stel: drie is een getal.
Ik neem een appel, een peer
en een sinaasappel.

De sinaasappel snijd
ik doormidden, zo ook de peer
en de dorstige appel.

De brutale peer wil
met zijn natte vlak
op de appel, eventueel
op de sinaasappel (daarbij
dromend van witte pitten).

Ik heb nu verschillende
polyvalente echtparen:
de peer-appel, de sinaasappel-peer
en de sinaasappel-appel. Zij proeven

elkanders sappen en genieten
zo heerlijk, maar dat is
niet belangrijk. Al zeuren

zij dan nu als echtparen,
wetenschappelijk bekeken
blijven zij drie in getal.