Hollands Maandblad. Jaargang 1994 (554-565)(1994)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] Victor Grashof Hotel Rubens, rue du Banquier, Paris Onder de wastafel verdwijnen minstens twaalf pijpen op verschillende plaatsen in de muur, als de leerlingen van een nieuwe school in de schilderkunst. Op het behang verschijnen vochtige landschappen, taferelen, crucifixen, daarachter het vermoeden hoe de meester in de weer is met vrouwen en bankiers. Etna De zware gietijzeren haard moet naar de kelder - twee mannen tillen hem op en brengen hem puffend en hijgend naar beneden. Een derde staat erbij en zegt dat hij door zijn rug is gegaan toen hij (over de rand van de krater wilde kijken?) in het bos een champignon wilde plukken. Zo vrolijk kan het leven zijn, na zware arbeid, zo licht gietijzeren haarden en zwaar de champignons in het bos, die we niet plukken, al zouden we willen. [pagina 20] [p. 20] Uitzicht Als de huizenrij wordt neergehaald gooit een ronkende machine het licht met bakken de donkere tuin binnen, van schaduwrijk naar zonovergoten in een week van stofwolken: dan wordt over de schutting een stad zichtbaar, een kathedraal, de zijmuur van een klooster, een brandtrap waar een vlucht op wacht, een archiefgebouw met spiedende vensters, en bovenal een toren met een gouden klok die het uur aangeeft waarop de avond valt, een stem die roept dat ik in huis moet komen. Brandend huis Toen Last tango in Paris draaide, gaf je mij een pot vaseline in handen en zei zo wil ik het, doe het, in mijn laaiend gat, dat andere. Dat wat ik dacht dat liefde was, geneest niet die wond van verlangen, haar openingen zijn openbaringen die open staan voor ieder ander die wil branden. Zo wordt de lijst van minnaars talrijk als vlammen; en dan een bericht, jaren later, een bericht uit Schotland, gerucht van slaap en haardvuur dat je op die hoogvlakte je laatste dans danste met het verterend vuur, daarin lag je, sintel van eens en vergeten beminde. Vorige Volgende