Duiven op de kast
Dana Constandse
19/4: Vanmorgen twee duiven op de kast. Deden wat onduidelijks met een losse loot van de bruidssluier. Veel koerend buigen, opgeblazen hofmakerij. Vlogen samen weg. De kastanje staat al vol lichtgroen blad, kaarsjes in knop.
21/4: Ze zijn er elke dag. Gisteren, toen ik het raampje opende, vlogen ze abrupt weg. Na een kwartier alweer landde de doffer op de balustrade, kuierde wat als een Haagse heer. Daarna verdween hij en kwamen ze samen terug. Als ze kalm weggaan, dient de balustrade als tussenstop, dan de kastanje. Soms vliegen ze met veel kabaal direct naar rechts de tuinen in.
22/4: Voor het eerst de balkondeuren helemaal open. Toen om zeven uur de wekker ging, waren ze al bezig. Er is een duidelijke taakverdeling: de doffer brengt takjes, het vrouwtje doet er wat mee op de kast. Soms zie ik haar even bij de rand. Hij haalt ze vlakbij, is gauw terug. Misschien de tuin van de buren? Ze variëren erg in lengte, van drie tot dertig centimeter.
Ik ben gaan turven. Na het 34ste takje kwam hij niet meer. Even later: oe-roe-koe van rechts, tweemaal. Vrouw vliegt meteen naar hem toe.
23/4: Ik heb de trapleer genomen. In de verste hoek een rond bolwerkje met een hoge rand, de oervorm van het chocoladen banketbakkersnest. Klein, het past net onder een duivebuik. Opvallend ontoegankelijk ook. Dat heeft zin op rotsrichels en vensterbanken. Een houtduif doet dat niet zo, die flanst een doorzichtig platform in een boom, hooguit vijftien takjes.
24/4: De doffer is grijs met zwart, aan de hals een plek groenrose, olievlek op kanaalwater. Als hij opvliegt, zie ik een witte stuit, zoals van zijn voorvader de rotsduif. Het wijfje heeft zwarte spikkels. Op straat herken ik ze niet. Alle stadsduiven lijken op elkaar en ze zijn allemaal anders.
25/4: Vanmiddag belde een aannemer. Of hij zolang wat balken in de tuin mocht leggen, want hij kreeg geen gehoor bij de bovenburen. Ze moeten er morgen mee naar boven. Wat zal hij gedacht hebben toen ik hem vroeg voorzichtig te takelen, vanwege een duif.
5/5: ‘Wat balken in de tuin leggen.’ Slimme vos. Ten slotte lagen er drie ijzeren balken van een meter of vijf en een waanzinnige hoeveelheid aluminium palen. De volgende dag was er in onze afwezigheid een steiger gebouwd, vier verdiepingen hoog. Dagelijks zijn er balken en gereedschap omhooggetakeld. Lawaai van bikken en boren. Ze kregen daarboven nieuwe balken onder de balkons en er werd allerlei houtwerk vernieuwd. Ten slotte stond er ook nog een dag of wat een stellage op ons balkon, maar ik was al murw gebikt. Want wat betekent in Amsterdam nou een stadsduivennest. Eergisteren zijn ze vertrokken. Het is gek stil zonder werklui én zonder duiven.
Het zit mijn vogels dit jaar niet mee. De merel door de buurkat verjaagd, de koolmezen hebben het bij één eitje gelaten. En dan al die dobberende meerkoetennesten, na de roeiwedstrijden in de Amstel.
12/5: Al een paar dagen hoor ik 's morgens in de kastanje een zwartkop zingen en vandaag vermoed ik grauwe vliegenvangers. Dat is toch veel interessanter dan stadsduiven.
15/5: Maar natuurlijk ben ik blij. Sinds gisteren zijn ze er weer. Eerst was er nog verwarring, het wijfje had twee doffers achter zich aan. Vandaag lijkt het oorspronkelijke stel terug op de kast.
16/5: Zoals zo'n duif maar wat zit te staren bij de nestplek, terwijl de doffer koerig om haar heen draait. Soms vliegt ze zonder aankondiging weg, de ander er direct achteraan.
30/5: Op reis geweest. Ze daarna dagenlang niet opgemerkt. Pas gisteren ontdekte ik dat er een zat te broeden. Toen die overdag even weg was, ben ik op de keukentrap geklommen: twee witte eieren.
7/6: Nu zijn er weer schilders gekomen om hierboven te verven.