| |
| |
| |
Afstand van de doden
Cees Verraak
Opeten, te water laten, in een moeras
werpen, begraven, verbranden,
aan de vogels voeren, conserveren,
in een ritueel, als symbool.
Cultuur en natuur, zij bepalen
hoe de levenden afstand doen
Van de honger, voor kracht, of uit wraak,
het kannibalisme, dat teruggaat tot de Neanderthaler
(75000 v.C.), is van alle tijden.
Van de Irokezen tot de Maori's,
de offers in het Oude Testament, de Azteken.
Het Vierde Lateraanse Concilie in 1215:
de hostie is werkelijk Christus' lichaam.
Het beleg van Leningrad, de hel.
Hoe tijdens de Culturele Revolutie
mensen om ideologische redenen opgegeten werden,
in het openbaar, hoe de toeschouwers
in revolutionaire vervoering raakten.
Het zeemansgraf is bekend, de heilige Ganges,
die dagelijks vele doden of resten vervoert, en
nog immer varen in Oceanië de doden de zee op.
Het toevertrouwen aan het water was gebruikelijk
bij oude Scandinavische en Slavische volkeren.
In de Edda steekt Odin de boot met Balders lijk,
zijn paard en zijn geliefde nar in brand en
geeft hem daarna aan de golven prijs.
‘Waterkerkhoven’ heeft men in Jutland ontdekt,
in het noorden van Finland en op het eiland Bornholm.
De magische uitstraling van moerassen en venen,
prehistorische offerplaatsen, de veenlijken.
Man van Tollund (in gedichten van S. Heany, H. Claus,
J.B. Charles), Man van Grauballe, de Lindow Man,
Juffer van Zweeloo (later toch geen meisje),
het Paar van Weerdinge (toch twee mannen).
Enkele benoemde slachtoffers van de druïden,
rituelen van de 2500 jaar oude Keltische theocratie.
Sinds de Bronstijd kwam in veel culturen
het begraven en het verbranden van de doden
naast elkaar voor. Reeds in de hunebedden zette men
urnen bij met de as van de doden
die elders waren verbrand (oorspronkelijk
volgde bijzetting altijd na het verbranden).
| |
| |
Het ter aarde bestellen het meest verspreid.
In het Oude Testament heet het graf ‘groeve der vertering’.
‘Stof zijt gij en tot stof zult ge wederkeren.’
Ezechiël 34, 1-14: het visioen der doodsbeenderen,
in de Middeleeuwen de letterlijk gemeende verrijzenis
op de Dag des Oordeels. Daarom mochten de beenderen
niet in rook opgaan, werden ze, ingeval van
overvolle dodenakkers, in een ossuarium opgeslagen.
Vele volken kennen de gewoonte van een tweede begrafenis:
het gebeente wordt opgegraven om elders opnieuw
te worden begraven, bijgezet of verbrand.
Bezoek eens de Parijse catacomben.
Joden en mohammedanen begraven hun doden altijd.
Tijdens het Concilie van Paderborn (784)
stelde Karel de Grote op de heidense crematie
In Ueber das Verbrennen der Leichen (1850)
pleitte Jacob Grimm voor herinvoering van de
lijkverbranding, die hij niet in strijd achtte
met het christelijk idee van de opstanding.
(Merkwaardig omdat in de Romantiek de cultus
van het graf een gewaardeerd thema vormde.)
Eduard Douwes Dekker (1820-1887)
liet zich als eerste Nederlander cremeren,
en wel in Gotha, Duitsland.
In 1913 verrees op de begraafplaats Westerveld
in Velsen het eerste Nederlandse crematorium.
Het werd getolereerd. Het tweede volgde in 1954.
Volgens Rome, sinds 1964, is crematie
niet meer bij voorbaat on- of antichristelijk.
Hindoes verbranden altijd hun doden.
Het blootstellen aan de lucht, veelal tevens
als voer voor de vogels, is het minst bekend.
Heden ten dage komt het voor op de Molukken, waarbij
men tijdens het dodenmaal ook stukken van de dode eet.
De Parsi's, volgelingen van Zoroaster, leggen hun doden,
die aan Ahriman toebehoren, de god der duisternis,
op hun Dakhma, Toren der Stilte, nabij Bombay, India.
Vogels, met name gieren, pikken de lijken schoon en
de overgebleven botten worden daarna verzameld.
In Tibet vindt men zowat alle wijzen,
al naar gelang de status van de overledene:
de hemelse begrafenis met de heilige gieren;
de waterbegrafenis voor bedelaars, alleenstaanden en armen;
de teraardebestelling voor mensen die overleden zijn aan lepra en pokken
en voor rovers, moordenaars en andere misdadigers;
crematie voor monniken en hooggeplaatste personen.
Bijzetting in een stoepa, een klokvormig grafmonument,
slechts weggelegd voor boeddha's, bodhisattva's
en koningen, meestal gebalsemd.
| |
| |
Het conserveren van lijken ziet men bij een aantal,
ver van elkaar in ruimte en tijd verwijderde volken.
De piramiden, mausolea der farao's, ook
gebalsemde kinderen, katten, scarabeeën,
ibissen, stieren, bavianen, valken.
De oudste mummie uit Egypte stamt uit 3200 v.C.,
maar in Arica, Noord-Chili, zijn mummies
van 6000 v.C. gevonden, volgens geheel andere techniek.
De vaak lange tijd tussen sterven en begraven
van vorstelijke personen bracht
de noodzaak van balsemen met zich mee.
Lenin, de meest spraakmakende mummie,
sinds 1927, ‘op verzoek van de werkende klasse’,
tentoongesteld; zestig procent was inmiddels.
Zijn erewacht in oktober van dit jaar opgeheven.
De burgemeester van Moskou wil hem helemaal kwijt.
Onlangs weer een bod op hem; ditmaal één miljoen dm.
Terwijl Lenin zelf begraven wilde worden,
naast zijn moeder op het Volkov-kerkhof
in St. Petersburg (voorheen Leningrad).
|
|