Hollands Maandblad. Jaargang 1993 (542-553)
(1993)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 28]
| |
De poolreiziger wordt een stemWanneer ik mij afzonder, mij
ontdoe van mijn bindingen,
hen reinigend, en op die wijze
mijzelf reinigend,
dan verlicht ik het pad
van mijn metgezellen,
dan zal ik stralen.
| |
De zichtbaarheid van de melancholie boven de 63e breedtegraadSoms vestigt zich iets tussen mijn ogen
en dat
wat ze bestrijken: de
oppervlakte van de
zee, of de
ruimte in een van haar uitgezochte vormen: de mooiste
kleine vogel uit China of Japan.
Zoals je om je heen kijkt en je vol laat stromen. Bijna
een etmaal lang in het
strijklicht
staart: on-
voltooidheid. Schittering.
En zie: de zee en de kaap liggen neer.
Drie rond-
rennende, schuim-
witte
kinderen gaan daar, blonder
nog. Hun stemmen. Rondom
hen.
| |
[pagina 29]
| |
Eén van de ouders neemt een fotoINog even en mijn ogen staan als die van
mijn vader, zacht
wentelend rad van verlorenheid, de kinderen
op het gras.
| |
IINiets verontrust als de aanwezigheid van
een ander: hier
sta ik, ik ben wie ik ben, ik
verlies mijn centrum.
| |
IIIEn het grasveld staat vol doden.
De vlakte onafzienbaar.
| |
Kenterend, klaterendOpeens kleedde iedereen zich anders: langs
de walkant
groeiden de struiken, wie luisterde
hoorde de takken knagen.
Opeens: van stofdons werden onze spieren en
onze
handen vreemd en schuw - niet
raakten we elkaar nog.
Ruime wereld werd een moment, fel
in je
kleuren zag ik je vandaag
nog. Alles
wat
gebeurt is een gegeven. Niet
verdwijnt
wat je niet wilt verliezen.
|
|