Hollands Maandblad. Jaargang 1993 (542-553)
(1993)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 27]
| |
ToendraNiet eerder was ik zo ontwaakt,
zonder wanhoop en zonder verwachting.
Zo stil als die winter, zo volmaakt:
geen mens en geen dier en geen uitzicht.
Van het ei dat tot troost wordt gebroken,
stolt het struif tot een knikker van ijs.
En aan de kou is geen grens, zelfs
mijn stem stort zich uit als de rijp.
Nu hoeft het alleen nog maar nacht
te worden, nacht met het breken van mos.
| |
VerhoudingenLaat mij verdwijnen in dit beeld,
zoals het beeld mijn ogen slorpen laat.
Er draait een kolk van gulzigheid,
maar keer haar om, door al die
afgepaste kleuren heen.
Ons scheidt het water,
ons scheidt lucht, een stolp
zorgvuldig aangebracht vernis.
Sla het met vlammen stuk:
sla je tong tegen je tanden,
ontsteek in zinderende zinnen,
treed uit jouw lijst -
en nood mij binnen.
|
|