Vandaag misschien
Gertrude Kunze
Vandaag moet ik vroeg bakken, vroeger dan anders, want ik ga uit eten met Jean Louis. Hij heeft me gisteren gevraagd. Opstaan moet ik en naar beneden, maar voorzichtig op de trap. De leuning is nog niet gemaakt, lastig, ook voor de gasten.
Leuke mensen waren dat trouwens, met dat kleine ventje. Ze hebben hier geluncht en kwamen terug voor een thé-complet.
Nu moet ik echt opstaan en aan de slag. De chocoladetaart gaat snel, de abrikozentaart sla ik over - te bewerkelijk - de amandel-gâteau kan ik dromen. Als Pauline maar op tijd is om mijn Jardin de Thé een fris gezicht te geven. Pauline heeft altijd een fris gezicht, ik niet. Ik moet mezelf ontzien vandaag, wil ik vanavond enigszins tonen. Die roze jurk met groene rozeblaadjes doe ik aan. Hollandse gasten vonden hem zo mooi staan. Ik zag vooral zijn blik langs mijn heupen. Gek, ook als je ouder wordt kun je nog oogsten. Maar kom niet te dichtbij, ik weet dat het harde werken in mijn Jardin de Thé mij heeft getekend en vergrijsd. Ook daar valt heel wat aan te doen tegenwoordig. ‘Madame, wat dacht u van kastanjerood? Het staat voordelig in de herfst.’ Wel goed bedoeld, maar het komt aan. Ik weet zelf ook wel hoe het ermee staat: 's morgens bij het opstaan heel voorzichtig, hoe is het met mijn linkerschouder en die droge keel, is dat weer over?
Nu sta ik eindelijk naast mijn bed en schuif mijn Indiase sloffen aan. Eerst wat koud water tegen mijn gezicht, of gaat daar al de telefoon? Als mijn moeder uit Antwerpen maar niet steeds vroeger gaat bellen. Hoe kun je dat zo'n oude vrouw zeggen? ‘Moeder, ik word ook ouder, kun je dat niet zien?’ Ach nee, we zien elkaar niet veel meer tegenwoordig. Antwerpen-Avignon wordt bezwaarlijker elk jaar. ‘Moeder, laat me 's morgens even bijkomen, als ik mezelf in orde heb, kan ik tegen je zeggen wat je van een dochter horen wilt.’
Ook ik heb problemen, met Mike. Blijft hij bij me wonen? Zijn magere jongensrug wordt al onwillig als ik hem wil wassen, hij wil hier niet blijven, hij mist Roger. Ja, ik moet hem naar Engeland sturen voor het nieuwe schoolseizoen. Voor hem is dat beter, elk weekend zijn vader zien en met mij mooie reizen maken als hij vakantie heeft. Streken waar hij vissen kan. Gisteren nog heb ik hem bij zijn geliefde stekje aan het meer afgezet. Trots boog hij zich over zijn nieuwe hengel, zijn glimmend doosje aas voorzichtig geleund tegen een opstaande steen. Hij zag me niet meer. Dat was maar goed ook want ik moest de lunch klaarmaken voor de gasten. Mike, ik wek je wel om tien uur met je boterhammetjes met jam en honing.
Zou ik hem te veel verwennen? Maar daar doet zo'n kostschool wel wat aan en daar zijn ook veel vriendjes voor hem, meer dan hier. Een enkele gast brengt speelgenootjes voor hem mee, maar meestal zijn ze allang uit de kinderen. Ik was laat met Mike, maar je kunt het lot niet dwingen, en als hij in de toekomst elk weekend bij Roger is, ziet hij vanzelf meer jonge mensen met kleine kinderen. Roger was wel een goede vader, hij kan ook heel hartelijk zijn.
Kijk hoe prachtig nu de keuken is in 't vroege morgenlicht. De zon speelt op de tafel. In blauw-en-groene schijfjes dartelt ze om de oude witte suikerpot, gefilterd door het glas in lood. Dit oude Provençaalse huis is mijn schuilplaats en mijn basis, en de vroege morgenuren zijn van mij. Het dorp slaapt nog, een melkwagen zucht omhoog door de steile straatjes naar de épicerie. Straks ga ik daar room halen voor bij de taarten. Deze keuken is mijn inspiratie en mijn job. Recepten vliegen hier naar binnen uit de lage velden. Meloenen uit verlaten kassen rijpen op het keukenrek. Zacht speelt mijn oude zwarte radio een Mozart-strijkkwartet. Waar is mijn bril? Ik moet de onzen wegen voor de bolle glazen schalen die klaar staan om gevuld te worden met bloem en boter voor het deeg. Toen ik het laatst probeerde zonder bril, werd het deeg taai en oud en smaakten de taarten naar gisteren en niet naar vandaag.
Gisteren heeft voor mij bepaald dat Mike naar Engeland behoort te gaan. De onwil in zijn ogen bij een onverwacht bezoek van Jean Louis. Jean Louis is hereboer en de koning van het dorp. Hij is de regisseur en als hij hier iets wil, gebeurt het ook, want hij beslist. Houdt kopers op een afstand als een