Alles is te koop wijst Hubert Smeets op de cultuurfilosoof Johan Cruijff, die al in 1974, toen hij zijn contract bij Ajax inruilde voor een bij Barcelona, verklaarde dat hij geen dief van zijn eigen portemonnee wilde zijn. Dat is de dominante leer, waartegen ik mij in dit artikel wil verzetten.
Het neokapitalisme heeft geleid tot eerherstel voor de rol van het geld, dat in de periode daarvoor wat minder prestige had, gelet op de negatieve appreciatie die toen door woorden als commercieel en poenig werd uitgedrukt. Een markant moment in deze ontwikkeling was de uitbreiding van de financiële informatie in de Volkskrant aan het begin van de jaren tachtig. Er is een hele nieuwe wereld ontstaan van kantoorgebouwen met spiegelend glas, waar keurig geklede, jonge mannen en vrouwen in- en uitlopen met aluminium koffertjes in de hand, waar computerschermen telematisch oplichten en faxen staan te zoemen, en waar men zich bezighoudt met financial engineering, de ontwikkeling van financiële produkten. Het gaat daarbij om steeds geraffineerder overeenkomsten, waarbij men klanten die geen dief van hun eigen portemonnee willen zijn, lekker maakt met het voordeel dat zij kunnen behalen door de belasting te ontwijken, of door gebruik te maken van het unieke uitzicht dat de financiële instelling heeft in de toekomstige koersontwikkeling. Het eerste voordeel is vaak reëel, het tweede veel minder, zoals blijkt uit de tegenvallende resultaten van de meeste beleggingsfondsen. Waar er twee ruilen, moet er een huilen, dat geldt ook voor effecten.
Het opmerkelijke van de aluminium-koffertjeswereld is dat er geen sprake is van produktie in de klassieke zin van het woord. Eigenlijk verricht in die wereld alleen de koffiejuffrouw werk dat echt nut heeft, en die moet het dan ook met een aanzienlijk lagere betaling doen. Wat men voor de klanten kan bereiken, is een verschuiving van geld in hun richting, maar dat gaat altijd ten koste van anderen, of het nu is door koerswinsten of door belastingontwijking.
Het minst duidelijk is dat bij constructies waarmee men renteverliezen beperkt, maar daar komt het tot uitdrukking in de afnemende rentabiliteit van het betalingsverkeer. Ooit strekten de particuliere banken hun grijpgrage tengels uit naar het girale betalingsverkeer, dat tot dan toe voornamelijk door de postgiro werd verzorgd. Ze lokten klanten met nieuwe faciliteiten, zoals de vergoeding van rente over salarisrekeningen, en de gegarandeerde betaalkaart: Wat doet die meneer? Hoe betaalt die meneer? Ze konden de administratiekosten opvangen door de gelden op de salarisrekening rentedragend uit te zetten, maar zijn daarbij zelf het slachtoffer van financial engineering geworden: de rekeninghouders sluisden hun saldi steeds sneller door naar allerlei hoogrentende spaar- en beleggingsrekeningen. Daarom smeken de banken hun klanten nu om zo min mogelijk van de faciliteiten van hun salarisrekening gebruik te maken, want anders wordt het betalingsverkeer te duur.
De wereld van de aluminium koffertjes kenmerkt zich ook door de herleving in allerlei vormen van Elsschots Wereldtijdschrift. Er verschijnen steeds meer bladen die draaien op bijdragen van de instellingen waaraan een artikel gewijd wordt, en bij de televisie is dat nog veel erger. Vaak kan men zich ook afvragen of dergelijke publiciteit enig ander doel dient dan het bevredigen van de ijdelheid van de opdrachtgever. ‘Zoals u ziet mevrouw, kunt u zoveel exemplaren krijgen als u wilt,’ sprak Boorman tot de weduwe Lauwereijssen. Wat te denken van die dynamische tv-spots waarin een Japanse manager (ook al zoiets) knarsetandend constateert dat de ptt, ondanks zijn agressief management, niet te koop is? Als je toch niet te koop bent, hoef je ook niet te adverteren, zou ik zeggen. Beter ware het als de ptt zich wat meer inspande om post voor Thorbeckestraat 70 niet op Roodenburgerstraat 70 te bezorgen, want ik kan u verzekeren dat dat veel te vaak misgaat.
In deze sfeer past ook het verschijnsel sponsoring, een vermenging van het bevredigen van de eigen ijdelheid en het creëren van ongewenste afhankelijkheidsrelaties. Er zijn ook al aluminium koffertjes gesignaleerd die u daarbij kunnen helpen, hetzij door voor u een sponsor te zoeken, hetzij door voor u te bedenken met welke te sponsoren objecten u uw eigen image het meest kunt versterken. Daar moet u wel een stevig gedeelte van het sponsorbedrag voor over hebben: in de aluminium-koffertjeswereld is men geen dief van zijn eigen portemonnee. Datzelfde geldt voor de chari-business, zoals bij de Postcodeloterij gebleken is.
In deze sfeer passen ook de overdreven dure cursussen die steeds meer in de mode komen. Een bedrag van 700 gulden voor een eendaagse bijeenkomst, exclusief btw, maar inclusief koud buffet en een strijkje is heel gewoon; u kunt zich ook voor enige duizenden guldens een dagje door allerlei Amerikaanse managementprofessors laten bijpraten. Nieuw zijn ook de cursussen waarbij briljante aankomende managers een paar weken naar Amerika gestuurd worden, die moeten het er dan wel voor over hebben om,