Hollands Maandblad. Jaargang 1992 (530-541)(1992)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Gerrit Kleijwegt Busrit met Lady Macbeth ik ken u wel, weet zelfs uw naam naamloos verwijzen is niet aan de orde daarbij, drie heksen teruggebracht tot twee verschraald en haveloos zo op het oog niet uit deze klei getrokken Lady M. loert in 't oneindig, en profil een oude mummelmond spreekt: ‘Omdat onze meester zijn gedachten kon lezen moest hij zwijgen’ en ‘Hij zou niet bang zijn voor een vergeefse dood (genoeg gepraat over die man)’ de ander antwoordt: ‘Wat wij vroeger al niet moesten doen’ onverwacht door haar accent de afkomst van de eilanden verradend de reuk van bloed dringt door zelfs tot de voorste banken de beste oriëntaalse zepen kunnen die handen niet meer ontsmetten. Lady Macbeth geeft het teken, de heksen vliegen door het luik zij vangt hun stemmen in haar mantelzak, voor haar een dwanggebaar onstuitbaar komt het woud van Birnam in het zicht. [pagina 23] [p. 23] Vertroosting Hij kijkt naar de lucht. Een paar sterren. In die uitgestrekte ruimte voelt hij de afwezigheid van de zoekende cavalcades die er eens doorheen trokken. Er heerst drie maanden droogte. Als het eindelijk gaat regenen en stormen rent hij naar buiten de aarde geurt naar vlees en leer in de boomtoppen ziet hij de getroffen paarden het hart nog brandend van bloesem hij verbergt zich in de spiegel bang dat zij alsnog zullen verdrinken in hun heilig water. Voortaan houdt hij zijn volière in een muizeval, laat de vissen toe in het oogbadje dat zijn vermoeide oogleden koestert. Daarin vindt hij vrede. Vorige Volgende