Hollands Maandblad. Jaargang 1992 (530-541)
(1992)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
Il quadernettoGa naar voetnoot*
| |
[pagina 37]
| |
gen...: ‘Se tu no me quieres me voy a llorar...’ Of zingt ze het zelf?
Miguel neemt Agnes mee naar een restaurant aan het water. Ze eten spaghetti met verse basilicum. Op het water drijven de lichtjes van de vissersboten. Op de hoek van de straat waar de auto geparkeerd staat, waar de straat zo het meer in glijdt - gelukkig zag ze het bord beneden aan de helling, op het laatste moment - duwt hij haar zachtjes met één arm tegen de muur aan. Ze kijkt hem aan. De schaduwen van de muur slokken hen op. Iemand die langskomt, ziet hen niet staan - zo donker zijn ze in het donker. Alleen Miguel staat soms even zichtbaar boven op de muur, boven de afgrond. Hij springt er lachend af en droogt Agnes' tranen. ‘Ik ben niet bang,’ zegt ze kwaad, ‘je bent onmogelijk.’
Agnes staat heel vroeg op. In een la van een gebeeldhouwde kast in Miguels kamer vindt ze een klein schrift waar in gele letters quadernetto op staat. Agnes gaat buiten op het dakterras zitten. Ze vindt tekeningen, verhalen. Ze scheurt bladzijden uit het schrift. Ze scheurt de bladzijden in honderden snippers, die ze over de rand van het terras gooit. De wind draagt fragmenten naar het water. Sommige woorden vallen tussen de gardenia's. Agnes pakt haar blauwe pen en schrijft totdat de geluiden van de dag beginnen. Dan bergt ze het zwarte schriftje weer op in de la. Alsof er niets gebeurd is. Ze rent de trappen af. Ze rent de tuin in. Ze hoort Esters stem in haar hoofd: ‘We speelden dat jij Sofia was, ja?’ |
|