Russische roulette
Vittorio V. Busato
Het duurde niet lang voordat Flavio zijn vriendin gewurgd had. Eén dag zou hij haar laten liggen, dan zou ze het beste smaken. Kaaimannen aten hun buit tenslotte ook niet direct op. Tevreden stak Flavio een sigaar op, en trok een fles wijn open. De cd-speler programmeerde hij op repeat random. Hij pakte het dikke, gele boek met het verzameld werk van Kafka uit de kast. Het Proces las hij die avond in één keer uit. De fuga's van Bach hadden nog nooit zo volmaakt geklonken.
Die nacht sliep hij voor het laatst met Lisa in één bed. Ze voelde koel aan, nog koeler dan ze de afgelopen weken tegen hem gedaan had. Hij streelde voor het laatst haar gezicht en haar nek. Met zijn hand in haar droge kruis viel hij in slaap.
De volgende ochtend wiste Flavio alle mogelijke sporen van zijn daad uit. Hij hakte een arm en een been van Lisa af, en hakte die vervolgens in tien forse stukken. De rest van haar lichaam deed hij in een grote vuilniszak. De vuilniswagen kon elk ogenblik komen, en wanneer hij vanavond met oma zou dineren, zou het grootste deel van Lisa al in ontelbare deeltjes op de vuilnisbelt buiten de stad verspreid liggen. De moord op Lisa deed hem echt niets. Had ze maar niet met een andere jongen moeten zoenen. Ja toch zeker?
Flavio marineerde het vlees van Lisa met veel knoflook en uien, een ruime laag ketjap en verschillende scherpe, oosterse kruiden. Net zoals hij weleens met kip deed, of met varkensvlees. Gemarineerd vlees had hem altijd beter gesmaakt. Wanneer oma er zou zijn, dan zou het vlees precies goed op smaak zijn. Een middagje weken, dat moest voldoende zijn.
Aan het eind van de middag parkeerde Flavio zijn auto vlakbij het bejaardentehuis.
‘U weet toch dat oma niet zo goed meer bij haar hoofd is?’ vroeg de hoofdzuster voor de zoveelste maal, alsof ze dacht dat dat tevens voor Flavio gold.
‘Ik kom hier niet voor de eerste keer,’ antwoordde Flavio, ‘en u weet hoe oma altijd opknapt wanneer ze mij ziet.’
Dat was inderdaad waar. Oma was niet altijd even verstandelijk meer, maar Flavio herkende ze altijd. Waarschijnlijk had ze voor hem als eerste kleinzoon een speciaal plaatsje in haar hart. Ook deze keer was oma weer blij Flavio te zien.
‘Wat lief dat je gekomen bent, jongen. En het is nog niet eens Kerstmis. Zullen we meteen gaan?’
Flavio glimlachte. Het zou pas over een paar weken Kerstmis zijn, een goed teken dat ze dat wist. Wanneer andere familieleden haar kwamen ophalen om een dagje uit te gaan, dacht oma meestal dat het Kerstmis was. Waarom zouden ze haar anders meenemen? Zijn moeder had hem dat een jaar geleden een keer verteld, en sindsdien had hij zich voorgenomen om oma minstens eens in de twee weken mee naar zijn huis te nemen. Toen hij nog op de lagere school zat, ging Flavio ook vaak bij oma langs toen opa pas was overleden, en troostte hij haar als ze moest huilen.
Flavio reed langzaam via de dijk naar huis. Oma genoot zichtbaar van het uitzicht over de rivier.
‘Lang geleden heb ik daar als kind nog geschaatst. De hele rivier was bevroren, tot aan Duitsland toe.’
Flavio had dat al vaker gehoord.
‘Wat ruikt het toch weer heerlijk in je keuken,’ zei oma toen ze het huis binnengingen.
‘Fijn oma, ik ga ook heerlijk voor je koken. Tenminste weer eens iets anders dan wat je elke dag in het bejaardentehuis krijgt voorgeschoteld.’
Flavio bracht oma naar de woonkamer, en gaf haar de make-upspullen van Lisa en enkele jurken die misschien wel zouden passen.
‘Maak je maar lekker mooi voor me, voordat we aan tafel gaan. Ik zal intussen het vlees gaan bakken, en de broccoli en de rijst opzetten. Lust je alvast een glaasje advocaat?’
Flavio zag oma graag dronken. Het leek hem dat hoe dronkener oma was, des te meer ze zich herinnerde van vroeger.
‘Heb je al een vriendinnetje, Flavio?’ vroeg oma toen ze aan tafel plaats namen.