Hollands Maandblad. Jaargang 1992 (530-541)(1992)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 34] [p. 34] Cees Verraak De zuiplap Bij binnenkomst zijn grijns, stoppels krabben, kleine oogjes, brokjes roddel, bestellen, een saffie, tapkast houvast, het is weer zover. Hij stinkt, zelfs geen tyfuswijf voor verschoning. Men zegt dat het een ziekte is, zijn verleden, evenzeer zoveelhandse porno naast zijn slapen. Enkele jonkies, zwijgend. Bij vertrek ‘Dag direkteur!’ zijn duidelijke gang, grijnzend, jaszakvuist, leeftijd gokken. Thuis lege flessen vol gedode tijd, zichtbaar de gezelligheid, in de asbak blinken scheermesjes tussen de peuken. Een vrouw ontmoeten Een vrouw ontmoeten op een granieten trap, glimmend van zo veel romantisch rendez-vous. Kan het gelikter? In de juiste bar wellicht. Een vrouw, make-up, kortgerokt, een jonge vrouw met opgestoken blonde haren. Vermelding van haar ogen, bewegen, een zwart b.h.-bandje. De eerste woorden wisselen, voorzichtig, onze namen laten zich raden, treuzelend. Zoet haar drankje. Kakelverse onrust, het nodige overbodige, wankel op die kinderlijk broze hoogte van lust en pastiche. Volgt close-up. [pagina 35] [p. 35] Drie bier Het verleden heeft weer eens goede zin. Het fluit en zingt over de jongens die we waren: graalridder Parsifal en brahmanenzoon Siddharta, langharig en idolaat van groepen en hoezen - manna voor onze dweepzucht en schoolagenda - en dat er zo ongelofelijk veel gebeurde. Wierook, wiet, strips, kattepis, gekleurd licht, muesli, veilingkistjes, stekjes, kaarsstompjes, vermengd met White Rabbit, Hot Rats and Blind Faith. Oude vrienden, dat zijn we. Ik neurie Those were the days en bestel twee bier. Hans Magnus Enzensberger komt binnen. Hij neemt de tijd ook op en besluit harteloos: ‘... en voor de rest bungelde de tegencultuur aan haar koptelefoons.’ ‘Ach, auch ein Bier?’ Vorige Volgende