Hollands Maandblad. Jaargang 1992 (530-541)
(1992)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermdHet gezond verstand en de goede mens
| |
[pagina 8]
| |
de gevolgen van die koppeling - oplopende werkloosheid - kunnen voorspellen.
Het tweede voorbeeld betreft de uitbetaling van het loon tijdens ziekte. Nederland heeft een zeer omvangrijk ziekteverzuim, hoewel de gemiddelde levensverwachting hier de hoogste ter wereld is. In Duitsland en België bestaan zogenaamde wachtdagen. Die komen erop neer dat het loon, anders dan bij ons, tijdens de eerste twee ziektedagen niet wordt uitgekeerd. Het ziekteverzuim wordt daar afgeremd doordat de kosten van die dagen ‘rekening man’ zijn. Geheel volgens de verwachting is het ziekteverzuim daar ook lager dan bij ons. Belgen die voor de Volvo-fabriek in Limburg werken, vertonen het Nederlandse ziekteverzuimpatroon; Nederlanders die voor de Volvo-fabriek in België werken, het Belgische. Dit alles kon iedereen op zijn klompen voelen aankomen. Toch is het Nederlandse systeem met de volgende woorden verdedigd: ‘Of iemand is gezond en dan gaat hij naar zijn werk. Of hij is ziek en dan moet hij in bed blijven. Niet doorbetalen van het loon zal ertoe leiden dat iemand die eigenlijk ziek is toch naar zijn werk gaat, waardoor hij zieker wordt dan anders het geval zou zijn geweest, zodat de uiteindelijke kosten voor de Nederlandse economie hoger worden dan nodig is.’ Met gezond verstand heeft een dergelijke redenering weinig uit te staan. Helaas moeten zeer velen voor deze kromme argumentatie opdraaien, want de kosten van het ziekteverzuim worden omgeslagen over allen die in loondienst zijn.
Het derde voorbeeld is het ontslagrecht. Zoals bekend, is het moeilijker een lijntrekker te ontslaan dan een heipaal met een kurketrekker uit het IJ te trekken. In de loop der jaren is het ontslagrecht zeer ingeperkt. Oorspronkelijk had dit tot doel werknemers tegen kennelijk onredelijk ontslag te beschermen. Toen was het mogelijk ‘booien’ die zo onvoorzichtig waren geweest zwanger te worden op staande voet de straat op te sturen. Later werd het doel de werkgelegenheid in het algemeen te beschermen. Niet alleen bevat het burgerlijk wetboek een lange reeks bepalingen, maar bovendien is nu toestemming van het arbeidsbureau nodig. Het gevolg van dit alles is - zoals iedereen had kunnen voorzien - dat werkgevers uiterst voorzichtig zijn geworden met het aannemen van personeel, wetende hoe moeilijk het is weer van hen af te komen. De bescherming heeft de werkgelegenheid daardoor niet geholpen, maar geschaad. Het is een voorbeeld van de ‘wet der zelf vernietigende verlangens’ die onze verzorgingssamenleving kenschetst. Onlangs is de herziening van het ontslagrecht in de Tweede Kamer behandeld. Dat recht is niet noemenswaardig verruimd. Er zal dus weinig veranderen aan de ‘la maar waaien’-houding die vooral in de quartaire sector zo veel voorkomt.
Het is niet moeilijk andere voorbeelden te geven van wetgeving die met het gezond verstand strijdt. Vaak kunnen die voorbeelden onder één noemer worden gebracht. De netto/netto-koppeling gaat ervan uit dat mensen zo graag betaald werk willen doen dat ze iedere baan zullen aannemen, ook al gaan zij er weinig of niets op vooruit. Het afschaffen van de wachtdagen veronderstelt dat iedereen naar zijn werk gaat tenzij hij daar echt niet toe in staat is. De beperking van het ontslagrecht neemt aan dat iedere werknemer zijn best doet, ook al weet hij dat hij niet kan worden ontslagen.
Die gemeenschappelijke noemer bestaat uit een bepaalde visie op de mens. Volgens die visie is de mens goed en handelt hij dus op een verantwoordelijke wijze. Het is duidelijk dat de visie van de goede mens strijdt met de Heidelberger catechismus, volgens welke ieder mens slecht is en tot alle kwaad geneigd. Wanneer en waarom in het bijzonder de Antirevolutionaire Partij is omgezwaaid van het pessimistische mensbeeld van de Heidelberger catechismus naar het marxistische vooruitgangsoptimisme, is nog door niemand verklaard.Ga naar voetnoot* Maar dat de visie van de goede en verantwoordelijke mens niet strookt met het gezond verstand, is evident. Wie die visie aanhangt, moet - zoals Hans Wiegel placht te zeggen - ervoor doorgeleerd hebben.
Lord Salisbury zei eens: ‘If you believe the doctors, nothing is wholesome; if you believe the theologians, nothing is innocent; if you believe the soldiers, nothing is safe. They all require to have their strong wine diluted by a very large admixture of insipid common sense.’ Het zijn woorden die alle politici ter harte kunnen nemen. |
|