zich afspeelde. Je zou de dertig punten moeten uitdunnen tot ze in minder dan een minuut passen, want ze namen niet eens al de tijd in beslag. Er bleef ruimte voor een paar punten die ik vergeten ben; en het innerlijk leven stroomt niet aan één stuk door, er zijn telkens onderbrekingen in wanneer het even niets laat zien of horen.
Als je mijn gebruiksaanwijzing opvolgt, krijg je iets wat op mijn minuut lijkt. Ik zeg het maar omdat je ernaar vroeg. We moeten hopen dat je niet schrikt. Als je iemand vraagt: ‘Hoe gaat het?’ bedoel je niet dat hij een half uur lang mag vertellen van zijn ziektes. Waarom moet iemand dan zijn hele minuut voor mij uitpluizen, zou je kunnen denken. Dank u meneer, ik vind het reuze interessant maar ik moet nu echt mijn boodschappen gaan doen. Zo kan je reageren.
Dan laat je mij met open mond achter. Het is niet erg in zoverre dat die mond wel weer dicht komt; maar ik heb mijzelf in een stemming van uitgelaten intimiteit gebracht. Jou niet? Ik heb het gevoel dat ik alleen tegen jou al deze dingen had kunnen zeggen. Het wachten is op jouw minuut; dan gaan we ze met elkaar vervlechten. Onze twee minuten als één dubbele! Daarna kijken we elkaar aan, en volgt de omhelzing.
Schei toch uit, hoor ik je zeggen, hoe oud ben je nu? Je zegt dat niet omdat het jouw soort vraag is maar omdat ik mij Lieneke herinner, het vriendinnetje van mijn laatste schooljaar, toen ik haar alles verteld had van wat er eigenlijk in mij omging. Ik had mijzelf tot uitdrukking gebracht in bekentenissen over mijn lust, ambitie, wrok en enthousiasme. De bedoeling was dat zij mij haar dingen zou vertellen, maar het werd te laat en een volgende keer om het te doen is er nooit geweest. Zij belde mij op dat onze afspraak niet door kon gaan, want zij had tijd nodig om na te denken. Wat zij gedacht heeft, zal geweest zijn dat zij haar zachte vlees niet wilde blootstellen aan zo'n onstuitbare egotripper.
Dat ben ik toch niet meer? Ik begon je mijn minuut te vertonen deels om het goed te maken dat ik kortaf deed in de auto en deels om zoiets eens onder woorden te brengen. Nu weet ik het alweer niet. Iemand die een vrouw werkelijk plezier wil doen, smakt niet zijn hele leven voor haar op tafel. Hij geeft haar de highlights, zoals van een opera. Dat is pas een compliment: dat iemand je wil wijsmaken dat het leven met hem een feest zou zijn. Wij omhelzen elkaar met het oog op vervulling, etentjes en herinneringen, niet voor de frustratie, kwaaltjes en bijgedachten; die komen vanzelf.
We moeten maar afwachten wat je vindt. Als ik je terugzie zoals je naast de auto stond, stel ik mij een lunch voor in een herfstig stil toeristenplaatsje, Monnikendam of Muiden, waar wij geen bekenden zullen tegenkomen en ons over de tafel heen naar elkaar toebuigen.
Hoe moet dat geregeld worden? Krijg jij deze brief en ga je dan antwoorden: naar aanleiding van je schrijven d.d...? Ik kan beter morgen opbellen met een waarschuwing: er zit een brief voor je in de post; en ik wil graag een afspraak met je maken, want ik heb iets te zeggen wat voor een deel overeenkomt met het bovenstaande, en voor een ander deel...
Ik raak in de war als ik erover doorga. Geen wonder. We komen buiten het terrein waar ik de spelregels ken. In mijn borst woont aan de ene kant een ziel die vindt dat wij ons altijd aan de regels moeten houden, als wereldwijze mensen; de ziel aan mijn andere kant is van mening dat wij bij zo'n gedragslijn vergrijzen vóór onze tijd, mopperend op de jeugd.
Wat denk jij? Als je het geen verstandige vraag vindt, hebben we het over iets anders. Zolang we maar kunnen praten.
Veel liefs, Rob
- - -
Amstelveen, 17 oktober
Lieve Maxien,
Toen je aan de telefoon vanochtend zei dat een afspraak voorlopig moeilijk was, heb ik beloofd dat ik een brief die klaarlag, toch zou sturen. De post komt tegenwoordig zo laat, er is weinig gevaar dat een man die naar kantoor moet, zal merken wat er voor zijn vrouw bij zit.
Maar ik doe het maar niet. Dit is een andere brief, veel korter. Op deze manier houd ik mij enigszins aan mijn woord.
Ik had toen je weer in de auto zat en ik je nog een keer zag in mijn spiegeltje, een gevoel dat er een vervolg moest komen op onze ontmoeting. Maar waarom zou dat? En we hebben nu een afspraak met z'n vieren, dat werd hoog tijd.
Zonder Henk zal je nog vaak verschijnen voor mijn innerlijk oog wanneer ik stilsta in het verkeer. Wat je niet weet, doordat ik het niet toegaf, is dat ik je voordat je kwam praten al gezien had en in mijn overpeinzingen opgenomen; toen stond je daar ineens in levende lijve, als een ander.
Als ik je ooit weer eenzijdig zit te bekijken via mijn spiegeltje, zal ik beseffen dat dat geen leven is; dat is kunst, allemaal denkbeeld.
Denk niet dat ik anti-leven ben. Leven is gezellig. Ik vergis mij alleen wel eens.
Tot vrijdag over twee weken, Rob