Dresem
Charlotte Mutsaers
Spelletjes hebben spelregels en dat maakt die spelletjes er doorgaans niet speelser op. Maar ik ken één uitzondering: het Woordenboekspel. Ik heb het geleerd van Bert Poll - ik geloof zelfs dat hij het heeft bedacht - en het heeft al heel wat van mijn Oudejaarsavonden opgevrolijkt. Om Bert te gedenken wou ik op deze plek uitleggen hoe je het speelt. Wie weet scharen enkele lezers van Hollands Maandblad zich dan direct om de tafel. Op die manier zal weer een stukje onsterfelijkheid voor Bert gewaarborgd zijn.
Maar waar begin ik aan? Aan onbegonnen werk! Want is er iets lastigers, iets onmogelijkers, iets bedilziekers en iets ondankbaarders te bedenken dan het uitleggen van een spel? Maar vooruit, het voordeel is dat ik tenminste niet onderbroken kan worden. Laat ik beginnen bij het eind: hoe win je het Woordenboekspel? Door de meeste punten te behalen. En wie maakt kans op de meeste punten? Degeen die met de Dikke van Dale is getrouwd. Trouw dus en waag een kans.
Aantal spelers:
Benodigdheden:
- | een Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse taal; |
- | een pen en een bloknootje voor elke speler. |
Alle spelers zitten met pen en papier aan tafel en wel zo dat ze niet bij elkaar kunnen spieken. Eén van de spelers wordt aangewezen als chef. Deze zal straks alle behaalde punten noteren en optellen, voor de rest speelt hij gewoon mee. Het lot bepaalt wie beginnen mag. Toevallig ben ik dat. Onmiddellijk krijg ik een deel Van Dale toegeschoven. Daarin moet ik net zo lang rondneuzen tot ik een woord gevonden heb waarvan ik denk dat niemand der aanwezigen het kent. U zult verbaasd zijn hoe makkelijk dat is. Vanavond aarzel ik tussen faas, lokvlam, cedertrap en dresem. Ik kies dresem. Nu vraag ik aan mijn medespelers, die natuurlijk niet mogen liegen, of ze dat woord kennen. Kent iemand het, dan moet ik een ander woord kiezen. Kent niemand het, dan kunnen we verder gaan. Niemand kent het, we gaan verder. Ik schrijf nu dresem op mijn bloknootje en daarachter noteer ik de betekenis zoals die letterlijk door het woordenboek gegeven wordt. De andere spelers moeten precies hetzelfde doen, met dien verstande dat ze de betekenis, die ze immers niet kennen, zelf verzinnen. En deze verzonnen betekenis moeten ze dan zodanig formuleren dat het net lijkt of hij ook uit het woordenboek afkomstig is (vandaar dat men goed op de hoogte moet zijn met de Van Dale-stijl en de Van Dale-onlogica). Als iedereen hier na een minuut of tien mee klaar is, neem ik alle papiertjes in, leg ze door elkaar en nummer ze. Vervolgens lees ik ze stuk voor stuk langzaam en duidelijk voor. En nu gaat het erom dat de overige spelers raden welke van de opgelezen betekenissen de enige, echte, ware woordenboekbetekenis is. Het nummer daarvan noteren ze op hun bloknootje. Het spreekt vanzelf dat degeen die het woord gekozen heeft, ik in dit geval, niet meeraadt. Omdat we vanavond met vijf spelers zijn en niemand zijn eigen bijdrage zal kiezen, heeft elke speler al zonder meer een kans van een op vier om goed te
raden. Is het moeilijk om goed te raden? Dat hangt van de kwaliteit van de spelers af. De oogst van dresem volgt hieronder, raad maar mee:
1. | dresem, basisdeeg voor diverse soorten hartig gebak. |
2. | dresem, besloten erf rondom een boerenwoning. |
3. | dresem, schimmelachtige woekering op najaarsaanplant. |
4. | dresem, lang, mager persoon. |
5. | dresem, (gew.), verlostang voor kalveren. |
Puntentelling. De enige echte, ware woordenboekbetekenis is lang, mager persoon. Dat wil zeggen: wie voor 4 koos, zit goed. Hij krijgt drie punten. Maar er zijn nog meer punten te behalen. Iedereen wiens betekenis ten onrechte voor de ware woordenboekbetekenis werd aangezien, ontvangt voor elke keer dat dat het geval is één punt (omdat het knap is zo'n woordenboekgetrouwe beteke-