onaangenaam natuurlijk, en de KLM is ook een incident, en zulke incidenten geven stellig zorgelijke aanwijzingen voor het einde van de hoogconjunctuur. Maar van Saddam Hoessein geen spoor, nu ja, behalve die hogere olieprijzen en die verwijzingen naar wat ‘de toestand in de Golf’ heet. De waarnemer van Mars was misschien meer onder de indruk geraakt van de stormen op de boulevard - op zijn planeet onbekend - dan van de war of the worlds die, herfst 1990, op handen is.
Hola, hoor ik hier de lezer zeggen, wat had je dan gewild? Dat de financiële beleggers van Nederland nerveus bijeen hadden gezeten, luisterend naar voordrachten over de mogelijke ineenstorting van de vermogensmarkten over de hele wereld, met bijzondere aandacht voor de kolossale schuldenlast die zich internationaal heeft opgestapeld en die, ingeval van een zich voortplantende crisis, de solvabiliteit van de banken, van de institutionele beleggers, van de regeringen en van de gewone mensen razendsnel zal aantasten? Het is een koud kunstje om zo'n sinistere vorm van chaos te beschrijven. De modelbouwers scheppen er tegenwoordig een zeker behagen in om met differentievergelijkingen extreme fluctuaties op het computerscherm te toveren en sommige auteurs van journalistieke bestsellers hebben de collaps van de financiële instellingen al uit en te na te boek gesteld. Ik moet er niet aan denken wat er op 1 november in de kranten had gestaan als de bestuurders van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, de Aegon, de Nationale Investeringsbank en minister Kok in suggestieve termen hadden uiteengezet, aan de hand van geprojecteerde dia's, hoe deze scenario's er uit zouden kunnen zien. In die scenario's verplaatst de financiële crisis zich via faillissementen en ineenstortende investeringen naar de produktie en het reële inkomen, waardoor overal ter wereld krimp intreedt die zelf weer nieuwe faillissementen inleidt. Wat overblijft zijn de raiders, die als aasgieren over de wereld zwerven. Was deze afbraak ter sprake gekomen, dan zou de Nederlandse belegger zich afgevraagd hebben of de heren gek geworden waren - want hun toespraken zouden nu juist het gevolg gehad hebben dat iedereen wil voorkomen, namelijk dat de crisis dichterbij komt. Zelfs in het geval er echte pessimisten in de zaal hadden gezeten was het raadzaam geweest als ze hun mond hielden. Rust moeten ze uitstralen, en zelfvertrouwen
en business as usual. Hooguit: we beleven een wat moeilijke conjunctuur.
Daar komt bij dat sommigen het ook zo zien. De crisis in de Golf, hoorde ik in de wandelgangen, speelt zich af in een beperkt gebied: er zijn nog mogelijkheden voor politieke oplossingen. Weliswaar kan niemand ze beschrijven, maar dat komt omdat het midden-Oosten vol geheimen en onverwachte dingen zit. Allah weet soms opeens raad. Zelfs een heftige storing in de olievoorziening kan goeddeels worden opgevangen door uitbreiding van de produktie elders. Lokale oorlogen zijn er de laatste dertig jaar altijd geweest. De onderliggende groeitrends van de produktie zijn in grote delen van de wereld buitengewoon taai en daar gaat het tenslotte om. Ik begrijp heel goed dat zulke redeneringen niet helemaal onzinnig zijn. Ze vormen in elk geval een welkome methode om uiterst onwelkome informatie te verdringen. En als iedereen die onwelkome informatie lang genoeg verdringt houden de financiële markten ook langer stand, want, zo vertrouwde iemand mij toe, de internationale vermogenswaarden worden hoofdzakelijk bepaald door psychologische factoren.
Jawel, dat kan ik allemaal volgen. Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinkast, maar waarom maken de Haagse politici, met Van Mierlo voorop, dan opeens zo'n koude drukte over een toespraak van een minister van Financiën die wat minder rooskleurig zou zijn dan andere toespraken van een paar weken geleden? In de kentering der tijden dringen uiterst onaangename waarheden en vermoedens slechts langzaam tot ons door, en bij de verschillende participanten aan het politieke proces in verschillend tempo. Speciaal onze minister-president, van wie ik overigens een fan ben (wegens zijn werkkracht, zijn enthousiasme, zijn verstandige manier van schipperen, zijn manier om opinies naar elkaar toe te praten, zijn brede analyses waar altijd wel iets opmerkelijks aan valt te beleven, en vooral wegens zijn gebrek aan ponteneur; als hij zich ernstig gekwetst betoont heeft hij volgens mij meestal groot gelijk), Lubbers dus, lijkt mij een superieure verdringer van het onaangename, voorzover dat zijn dagelijkse werk stoort. Zo gaat ook het milieuprobleem de pet van Lubbers te boven, niet omdat hij het niet zou kunnen begrijpen maar omdat hij het niet kan gebruiken. De milieurampen die voorspeld worden zijn niet te rijmen met zijn wereldbeeld en met zijn beroep. Ze verdwijnen door selectieve waarneming. Vandaar dat hij destijds de grootste intellectuele fout maakte die iemand op dit terrein kan maken - hij liet de koningin zeggen dat het milieu in Nederland schoner werd. De koningin sprak hem drie maanden later tegen. Deze keer gebeurt iets dergelijks; nu wordt de oorlog verdron-