Giacometti had geen uitgebreid bestand aan modellen. Meestal poseerden zijn broer Diego en zijn vriendin Annette voor hem. Maar nieuwsgierig naar biografie maakt deze persoonlijke beperking niet. Oordelend naar de kunst is het levensverhaal dat van een artiest met verantwoordelijkheidsbesef en de bijpassende ellende is te goed voor te stellen om er nog naar te vragen.
Bij Stanley Spencer is de keuze van zijn modellen de onmiddelijke toegang tot een origineel leven dat noodzakelijk gekend moet worden om het werk te begrijpen.
Het laat zich lezen als een roman. Daarin komt hij overeen met Joyce. Wat Nora Barnacle was voor Joyce (‘zijn eigen stukje Ierland dat hij altijd bij zich had’ zoals zijn intellectuele vrienden beweerden) waren Hilda Carline en Patricia Preece voor Spencer. Ik ken geen frappantere voorbeelden van kunstenaars die zich zo voedden aan de vrouwen van hun keuze als deze twee. Daarin gingen ze zo ver dat ze alleen nog door hun kunst hun leven konden besturen. Hun kunst was de vlucht uit het leven dat ze omwille van diezelfde kunst eerst zelf bedacht hadden. Een vlucht en tevens de verlossing. Bij allebei stuit de biograaf op de vraag of zij geen slachtoffers hebben gemaakt.
Brenda Maddox die op het briljante idee is gekomen om het levensverhaal van Joyce te vertellen aan de hand van een biografie van zijn vrouw is erg hard in haar voordeel over Joyce. Volgens haar heeft hij Nora's leven geruïneerd. Ik heb daar mijn bedenkingen tegen maar die doen nu niet ter zake, de vraag is reëel. Richard Carline, Hilda's broer, die een biografie van zijn zwager schreef zag als oorzaak van de niet meer te beheersen godsdienstwaanzin van zijn zuster de te overweldigende persoonlijkheid
van Stanley.
Joyce kon eerst zijn Dublin en later zijn totale Ierland pas zien in een vrijwillig gekozen ballingschap. De gegevens daartoe droeg Nora aan. Het zijn haar verhalen die hij verwerkte vanaf de Dubliners tot en met Finnegans Wake. Meer nog: het was haar verteltrant, zelfs haar schrijfwijze. Alles wat zij aandraagt is richtsnoer voor zijn introspectie, via haar durft hij pas de grenzen van zijn bewustzijn te overschrijden.
Net zo min als Joyce kon Spencer zichzelf op eigen kracht cadeau doen aan de mensheid. Hij bewandelde een nog iets ingewikkelder weg omdat hij de afwijzing van een tweede vrouw (Patricia Preece) nodig had om het ja-woord van en aan zijn eerste vrouw (Hilda Carline) tot kunst om te zetten.
Spencer die het merendeel van zijn leven in zijn geboorteplaats Cookham verbleef kon deze plaats pas gebruiken voor zijn wereldbeeld nadat hij in de eerste wereldoorlog in Macedonië in een veldhospitaal aan het front de dood onder ogen kwam. Dus ook voor hem gold dat de werkelijkheid pas als gedeformeerd feit door andere feiten werkelijkheid werd.
Er zijn grote verschillen in karakter. Joyce was een arrogante intellectueel, snobistisch, modieus, hardvochtig voor iedereen die hij alleen voor zijn zaken maar niet voor zijn kunst nodig had. Spencer was geen intellectueel, verre van modieus en te idealistisch om hard en zakelijk te zijn. Maar belangrijker zijn de overeenkomsten: kinderlijk, in hun afhankelijkheid van hun vrouwen kortzichtig en machteloos wat betreft het effekt van hun ingrepen in het leven en burgerlijk op het karikaturale af, liefhebbers van gezelligheid en vaste gewoontes, niet benauwd voor wansmaak en daardoor natuurlijk des te meer non-conformist. Allebei prototypes van individualiteit.
Het werk van Spencer is zeer beeldend, boordevol voorstelling en betekenis. Hij lijkt op een enthousiast kind dat maar niet uitgepraat raakt over de wonderen der wereld. Het mogen dan wel zeer particuliere verbeeldingen zijn, de sfeer is door-en-door Engels. Het is een mixtuur van eigen belevenissen en bijbelverhalen, waaruit een identificatie met de Jezus-figuur blijkt. Jezus is voor hem geen Dostojewski-achtige antiheld met Nietzsche-trekken, want hij is niet tragisch. Spencers Übermensch is of een gezellige rolmops, onverwacht present op de intiemste momenten, als sanctie van het geluk óf hij is juist de onopvallend aanwezige, zoals in de serie ‘Christ preaching at Cookham, Regatta’, waar Jezus predikt voor de