Hollands Maandblad. Jaargang 1990 (506-517)
(1990)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
In duploIndien de megaster van zenith komt
onthult stilzwijgen... desgewenst
ogen in het wak van vlees
opdat de kinderen komen 's nachts
gelijk hun poppen uit het bos
| |
[pagina 14]
| |
Dans der duizend lentesWeerom smoor ik - te kort van stof -
de hulpeloze rups in het slijk van smart
Toch zag op slag wat vermeiende ouderen
die speelden lokomotiefje per rolstoelendans
Derhalve waren de benen van magneet
met elkeen tors op elektrische buik
Immers, evenzo pril zonder vooroordeel leven
moest eertijds wel aanstoot geven
Nu zuigen zij duim en likken de wond
zo schromelijk grijs was hun kleur van de dag
| |
Kopstaart uit slangenhaardVoor al hetgeen dat wordt behalve dood
zonnetoorts bij dageraad
tot verliefdheidsblos van zuigelingenkoorts
fosforsfinx in louteringsdaad
wiens mond lispelt vlinderlicht en illusoir van toon
hemelsblauw en papaverrood
mits men mysteries schouwt in orakeltaal
| |
De elementaire weegschaalWelaan wijsgeer kook uw ei op de zon
wees drenkeling in bron der schepping
die wraakt zijn eigen hellevaart
ontregel zo het slaafs gebroed van termietenvertier
brandmerk telkens hun list in schriften
maar verlicht geenszins het duister brevier
toch bestrijkt een engelenschaar de vingerveer
dan smeult de roos in zwavelaard
en wordt de nacht venerisch faun
die klokken smeedt met klavieren klauw
| |
[pagina 15]
| |
Delta van omegaOpdat de jager sterft verleert hij velerlei, -
maakt van koningskind een drenkeling
en laat hem zinken op woord van eer
Immers, zover iets beneveld neerwaarts dwaalt
doorkruisten tentakels van een kreeftenschaar
vooreerst, de schemerlamp van parnastaal
Verweg ontheven kwam hier des gesels ego
tot overwelving van licht doordrongen passies
Voorwaar zij lipten organisch verlangen
die geenszins vergeefs tot bron was bevorderd
Dusdanig schraap ik schurft uit iedere monding
en modelleer mijn gezangen op leven en dood
Doch scheert een lichtkring het vlies van vizier
dan werd dit schijnsel gevoed uit bloedcel
een koninklijk luis onder majesteitskroon
Die bloedvloed mengt met gif van tong
en langszij tussen de roodgekleurde rotsen
al aderlatend schelpengruis uit botten zoog
Desgevorderd werd de lust van hitsig poliep
beklonken over angsten tot heroïsch verbond
Tot een macht wiens bestaan ik meester was
decodeerde totemtaal bezijden de steppe
van haar vlammende velden
Zoals tekens hieroglief gebaren
naar 's werelds nimmer vertolkte eis
van meelij noch genade
| |
[pagina 16]
| |
NecromantieIn het spel dat herijkt ons verstand
is geen toets van u in mij, clair-obscur
immers, in wie wat ziet ligt niemands belang
hetgeen men ziet aan al wat denkt
dat niet tegenstaand onverholen is, alvorens wij zien:
menig stervenspijn voor het verborgen zijn:
desgelijk een mot op last van de lamp
nochtans ontwaakt uit luilekkerland
zo onbevangen kweten wij onze strijd
onbedacht veeleer zonder verstand
| |
Magiër in demasquéHij velt vonnis zonder plicht noch belangen
en pakt dit levend in papier
Hij ijlt de bloedbijl uit weerloos mededogen
en splijt een spiegelziel op guldensnee
Hij schift kristal uit geestelijk leed
en dicht de wond in hermetisch verband
Hij nekt nochtans zijn hart
en dient dit even stijlvol op
Hij hoort een schaduw struikelen
en lacht zich dood uit medelij
Hij was wat Ik zal noemen: toch ongeschonden
en zonder reserve nog amper gebonden
Hij is met name in smeltkroes van herfst
en Amors rozet geheim van het ei
| |
[pagina 17]
| |
Caleidoscopisch labyrinthGelijk vuursteen schampt de kleur van robijn
werd op grondslag van macht de leeuw verbrand
trots schonk terstond een vrouw van glas
de nomenclatuur van haar dromenboudoir
oogluikend, als kelk van prisma uit glansrijk moeras
veruit 'n unicum tot drijfveer van sterrenrotatie
opdat zij onverhuld ten hemel gaat
een zegenrijk firmament in aards ornaat
| |
Voltage van geestZover het oog de maan liet varen, -
die profetie besterd naar aarde,
gedijt eens te meer het steppekind
dat sluimert, in slaap van vuur, en allusies van wind
was in contrapunt, kwadraat en cirkel tegelijk
wellicht ontkiemd, een enclave in betoverd oog
| |
Mozaïek bij avondroodVoor alchemie duidt op ontbinding
dwarrelt het bladgoud van carillons
Brengt een aubade aan onze liefdes
dat voert de troon naar geestes serafijn
Alwaar zij komt in zwaluw gewaad
alsook de zes van zeven in het omen
glorieus als rozenkruizers' bruiloftsraad
Zo vermiljoen kristallen weerkaatst in een lach
het blauw van bloed en nevel drinkt
voor verwachting van verlangen
Tot zwanen ontwolkten 's werelds zeeën
met sarabandes voor chimaera's kroon
Hun kussen geleid over rivieren
volprezen zij haar baldakijn.
|
|