Het doet me denken aan wat Nabokov over Gogol schreef: ‘een krankzinnige die voortdurend het gevoel had dat alle onderdelen van het landschap en alle bewegingen van levenloze voorwerpen een complexe verwijzingscode naar hemzelf vormden’. Allicht dat die twee figuren op de achtergrond niets horen: innerlijke geluiden zijn geen uiterlijke geluiden. In deze interpretatie word ik gesteund door Munch zelf die op een van zijn tekeningen een notitie heeft gemaakt waaruit blijkt dat hij ooit een dergelijke ervaring heeft gehad toen hij bij zonsondergang in de natuur wandelde: ‘Meine Freunde gingen weiter, und ich stand allein, bebend vor Angst. Mir war als ging ein mächtiges Geschrei durch die Natur’ (Werner Timm, Edvard Munch Graphik). Ik vind De schreeuw nu nog interessanter, omdat de titel niet meer voortspruit uit de wijdopen mond. Ook een zoekplaatje.
Vorige winter (12 februari 1989) spoelde in het Belgisch Koksijde een potvis op het strand aan. Wij zijn er bij geweest. Hij was nog niet dood, maar ook niet meer te redden: olie in de ademhalingsorganen. Het publiek stroomde toe, want er is geen enkele dierentuin op aarde waar je Moby Dick in het echt kan zien. Om hem rustig te laten sterven hadden ze dranghekken neergezet. Ingekaderde en tentoongestelde eenzaamheid.
(Foto: Het visserijblad, Oostende)
Het verbijsterendst was de geweldige asymmetrische kop waar het leven maar niet uit wou. Het ellenlange voorhoofd zat onder de inktvissporen, wat wijst op de vreselijkste gevechten. Die had hij blijkbaar allemaal met succes doorstaan (En dan komt er ineens een hufter die geen inkt maar olie op zee loost en dan telt al je dapperheid niet meer.). Wij keken recht in de muil met de vergeefse hagelwitte tanden.
‘Zó'n grote bek’, kefte een omstander, ‘en dan komt er niet eens geluid uit!’
‘Pas op’, zei een ander. ‘Ik heb op Groenland gevaren met het harpoenkanon. Als díe hunder laatste adem uitblazen, dat is zo'n verschrikkelijke schreeuw, dan kookt subiet de ganse zee.’ Meteen gingen wij er laf vandoor. Hoe kwam het dat we die intens treurige aanblik nog net hadden kunnen verdragen, terwijl de bijbehorende schreeuw absoluut onverdraaglijk zou zijn geweest? (Snijden de heren vivisectoren daarom soms zo meedogenloos de stembanden door van de honden die ze gaan martelen?) Voorzie ook deze foto van de titel De schreeuw en bekijk hem opnieuw.
De sterkste sensaties krijgen wij blijkbaar via het geluid en derhalve ook de sterkste lyrische sensaties. Vandaar dat de muziek onveranderlijk als hoogste kunstvorm wordt aangekruist (Het woord ‘hoog’ is alleen minder gelukkig gekozen, omdat de aange-