Hollands Maandblad. Jaargang 1988 (482-493)
(1988)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |||||||||||||||||||||
InleidingCausaliteit, Kant's epistemologische curiositeiten, de zienswijze van Aristoteles, Lorentztransformaties, Nietzsche's louterende werking van het lijden, de zinsstructuur van de Indo-Europese talen, de wortels van het westerse christendom, de vergelijkingen van Einstein, de Ilias en de Odyssee, de historische noodzakelijkheid van Hegel en Marx, de stelling van Pythagoras in ons computertijdperk, de periheliumverschuiving van Mercurius, God, Rinus Michels, Alfred Julius Ayer's Language, Truth and Logic, de stochasticiteit van de quantummechanica, boeddhisten en hindoeïsten, de deterministische verborgen variabelen theorie, Jenseits von Gut und Böse, de drie-dimensionale niet-Euclidische ruimte, roken en longkanker, Hume's synthetische causaliteit, de wet van impulsbehoud, een platonische zomer, de bewegingswet van Newton, het Oude Testament, zwarte gaten, Causa sui en Galilei-invariantie. Wat mot dat allemaal? Is dit soms een grabbel uit de index van de Grote Winkler Prins? Het zoveelste kliederwerk van het post-modern palet? Het is een selectie uit een zes Hollands Maandbladzijden tellend artikel ‘Tegen de causaliteit’ van Martin Bier (juli-augustus 1988). Een veelbelovende titel. Is dit eindelijk een interdisciplinair essay waarin de idee van causaliteit door diverse schijnwerpers belicht wordt? Is dit eindelijk een rijpe vrucht van een aantal geslaagde kruisbestuivingen van de filosofie, de natuurkunde, de logica en de taalkunde? Helaas, helaas. Het had zo mooi kunnen zijn. Misschien is het ooit de bedoeling geweest, maar daadwerkelijk zet kapitein Bier zijn schuimkraag op, steekt zijn blauwe neus in de wind en kiest het fluimensop. En de argeloze lezer raakt verzeild in een rondvaart per speedboot langs wat ideeëngeveltjes; het enige dat hij ziet is het opspattende water en het enige dat hij hoort is het valse gezeur van de gids. Wrakhout. Welnu, het genoemde biervat met slordigheden, fouten, blunders, drogredeneringen, domheden, zelfgenoegzame joligheid en erudiete diarree is nou eenmaal geleegd; de grote schoonmaak kan beginnen. Hygiëne is een schone zaak. | |||||||||||||||||||||
SlordighedenHet Nederlands bevindt zich weer eens op een top van de golfbewegende publieke belangstelling. In NRC Handelsblad oordeelt W.F. Hermans dat de woorden twijfels, begrip, trucen, paper, warrig en argumenten aandragen van slecht Nederlands getuigen, repliceert taalkundige H. Verkuyl dat invoering van de vreemde woorden bureau, horloge, hal, tram, conducteur, lift en appartement niet betekent dat het Nederlands in verval is en brult Hermans dat verffabrikanten met hun fikken van de schilderkunst af moeten blijven. Hoe het ook zij, zelfs in literaire tijdschriften is lelijk & slecht Nederlands niet uitzonderlijk. Martin Bier is er een voorbeeld van. Bier spelt ‘dragelijk’ in plaats van: draaglijk. Bier schrijft ‘tautologische permutaties’ in plaats van: permutaties van tautologieën (vgl. verdachte behandeling, met: behandeling van verdachten). Wiskundeleraar Bier heeft het over ‘rationele getallen’ in plaats van: rationale getallen. Het verschil tussen enkelvoud en meervoud ontgaat Bier: ‘Toen er een aantal gegevens statistisch werden geordend en in grafieken werden uitgezet...’. Bier maakt gewag van ‘een enigszins gecompileerde herformulering’: een formulering die een beetje samengesteld is. Wat is dat? Bier zegt: ‘bevat de wereld een tegenspraak’ wanneer hij waarschijnlijk bedoelt: is er een tegenspraak tussen de theorie en (de beschrijving van) een feit. Bier schrijft: ‘het mensdom ging temperaturen meten’, ‘linguïstische paraplu’ (taalkundige | |||||||||||||||||||||
[pagina 37]
| |||||||||||||||||||||
paraplu mag ook hoor), ‘linguïstisch jasje’ (hoe zou zijn garderobe eruit zien?), ‘ingenieusiteit’ (vindingrijkheid mag ook hoor) en ‘sense-data’ (in plaats van: zintuiglijke gegevens). Of neem dit woekertaals: ‘hetgeen waarin de mens zich voorstelt te functioneren’. Zo schrijven en dan vertellen dat Homerus zijn werken met ‘stimulus-respons automaten’ volpropt. Je moet maar durven. Bier durft het. Bier heeft zich flink moed ingedronken, zoveel is zeker. De opkomst van de natuurwetenschap zou pas mogelijk gemaakt zijn volgens Bier toen David Hume in An Enquiry Concerning Human Understanding ‘schoon schip maakte met de traditionele verachting voor zintuiglijke waarneming’. Dat was in 1748. Maar de Principia van Newton is de voltooiing van de opkomst van de natuurwetenschap. En dat was in 1687. Dat scheelt bijna een mensenleven. Bier kijkt niet op een mensenleven. Genoeg hiervan. Deze schoolmeesterij is natuurlijk geen doel op zichzelf maar zal illustreren dat slordige schrijvers verwarde denkers zijn, om het poeslief te zeggen. | |||||||||||||||||||||
BlundersLaten we Bier nuchter, glaasje voor glaasje, volgen in zijn drinkgelag. ‘De opvattingen van Kant en Nietzsche’ zijn volgens Bier alleen nog ‘vermeldenswaardig als epistemologische curiositeiten’. Voor zulke gillende nonsens doet men er het beste aan zich stokdoof te houden. Via Nietzsche tapt Bier de opmerking dat causaliteit ‘een drogbeeld is dat ingang in ons denken heeft gevonden via de misleidende zinsstructuur van de Indo-Europese talen’. Dat de herkomst van een idee weinig zegt over de waarheid ervan, ontgaat Bier volledig. Wat Kant betreft, die naam moet Bier vroeger thuis gehoord hebben, waar zijn moeder kleedjes van kant maakte, want iets van Kant gelezen heeft hij niet. Dit vermoeden steekt zijn kop op bij de blunder de Kantiaanse categorie causaliteit voor ‘een (sic) categorisch imperatief’ uit Kant's ethiek aan te zien, wat vergelijkbaar is met Ben Johnson voor een Roemeense turnster aan te zien, en staat rechtovereind door het feit dat Bier de onderscheidingen analytisch-synthetisch en a priori-a posteriori voortdurend gebruikt, niet beseffend dat ze van Kant afkomstig zijn! In het Bierhoofd is vanaf hier de sprong naar de quantummechanica via het radioactief verval kennelijk erg klein: ‘Neem, bijvoorbeeld, eenJodium (jodium) 131 atoom en observeer het voor (sic) 8 dagen. Herhaal dit experiment een flink aantal malen. Het meest waarschijnlijke resultaat is dat in 50% van de experimenten het atoom intact is gebleven en dat in de andere 50% het atoom uiteen is gevallen. Volstrekt identieke (pleonasme) beginsituaties kunnen dus leiden tot radicaal verschillende eindsituaties.’ De Bierconclusie: ‘Willekeur is in de aard der materie.’ Als het werkelijk willekeur is, waarom dan de beslist niet willekeurige 8 dagen wachttijd? Waarschijnlijkheid is niet hetzelfde als willekeur. Bovendien behoort de afgestudeerd natuurkundige Bier te weten dat de microfysische wereld volkomen verschilt van de macrofysische zodat een eventuele weerlegging van microcausale verbanden niet ‘het einde van de causaliteit’ impliceert, zoals het positief reageren van het plasje van de Canadese kanonskogel niet impliceert dat alle atleten, alle putjesscheppers en alle antiquaren Anabolenmensen zijn. (Eventuele, want over de interpretatie van de quantummechanica, waarvan de microcausaliteit en de direct daarmee samenhangende localiteit en scheidbaarheid belangrijke onderdelen zijn, vinden al sinds de jaren '20 met regelmaat debatten & congressen plaats; het is een mijnenveld met paradoxen, contradicties en onbegrijpelijkheden door Bier niet eens genoemdGa naar eindnoot*).) | |||||||||||||||||||||
NatuurwetenschapBier gaat een potje biljarten met de zoon van een Schotse edelman die de corpulentie van een olifants schildpad uit Galapagos heeft. Hume pakt zijn keu en stoot de witte bal tegen de rode. hume - Potlood en papier alleen zijn niet voldoende om er achter te komen of er tussen twee feiten een causaal verband bestaat. De ervaring is hiervoor onontbeerlijk. Verder zegt men dat de beweging van de witte bal via de botsing die van de rode veroorzaakt. Maar zouden beide ballen niet stil kunnen blijven liggen na de botsing? Of zou de witte bal na de botsing niet dezelfde weg terug kunnen afleggen of de rode kunnen ontwijken? ludwig - Wij kunnen niets denken dat onlogisch is, omdat we anders onlogisch zouden moeten denken. Wat denkbaar is, is ook mogelijk. Wat u zich voorstelt, is mogelijk, is logisch in orde. bier - Deze voorbeelden zijn niet helemaal zuiver. Het verloop van een botsing van twee biljartballen wordt volledig beschreven door de wetten van energiebehoud en impulsbehoud. hume - En de wet van impulsmomentbe- | |||||||||||||||||||||
[pagina 38]
| |||||||||||||||||||||
houd. Ik stoot met effect, weet u. bier - De alternatieve gang van zaken die u schetst is in strijd met deze behoudswetten, Joem. ludwig - Meneer Hume voor jou, Klier. hume - Ik wilde eerst laten zien dat ontkenning van een causaal verband geen logische tegenstrijdigheid oplevert. Causaliteit is niet analytisch, maar synthetisch. ludwig - Het is geen logische wet. Alle proposities van de logica zijn tautologieën. hume - Maar om op uw tegenwerping in te gaan, Bier: welke garantie kunt u mij bieden dat de biljartballen bij de volgende stoot ook aan die wetten gehoorzamen? bier -? karl - Voor garanties moet je bij Delta Lloyd wezen. Zolang er niets is dat ermee in strijd is, is het waar. bier - Ik heb m'n glas omgestoten... Allemaal - De stok! De stok! hume - Mijn gedachte is ermee in strijd. karl - Het gaat niet om gedachten, het gaat om feiten. ludwig - Het logische beeld van de feiten is de gedachte. karl (denkt) - Daar heb je die cryptosoof weer. bier - Zeg Karel... karl - Sir Karl voor jou. ludwig (denkt) - Zeur Karl zul je bedoelen. bier - Stoot ik weer m'n glas om! Allemaal - De zweep! De zweep! Ludwig doet niet mee, die drinkt wortelsap. hume - Het enige dat we zien is de opeenvolging van twee feiten, te weten: de beweging van de witte bal voor de botsing en de beweging van de rode bal erna. karl - De veroorzaking zit 'em in de botsing, op dat moment draagt de witte bal energie, impuls en impulsmoment over op de rode bal. In laatste instantie is de oorzaak de Coulomb-wisselwerking tussen de electronen van de ivoormoleculen die zich aan het oppervlak van de biljartbal bevinden. hume - Impuls, impulsmoment, energie, Coulomb-wisselwerking, allemaal ideeën waar geen zintuiglijke beelden van bestaan, dus het zijn verkeerde ideeën. Net als causaliteit. Geen enkel voorval kan via zijn eigenschappen die op de zintuigen werken, de oorzaken onthullen die tot zijn ontstaan hebben geleid, noch de gevolgen die eruit zullen voortkomen. karl - Zolang dit feitelijk niet weerlegd is, is het waar. poll - Is het nou afgelopen met dat gepopper! bier - Elke discussie over het waarheidsgehalte van een model is een vergelijkend overzicht van sense-data! En zo kan Bier alleen horrelvoet bij klapstuk houden door Hume na te volgen in zijn verslaving aan het zintuiglijk waarneembare. bier - Er valt een inconsistentie te ontdekken in uw gedachtengang. U betoogt dat men het experiment moet uitvoeren om te weten te komen hoe de biljartballen botsen. Maar zonder het herhaalbaarsheidscriterium is het doen van een experiment net zoiets als het gooien van een dobbelsteen. ludwig - Is dat niet herhaalbaar dan? bier - Stil nou even! Het rapporteren van een experiment dat anderen niet kunnen overdoen is zoiets als getuigenis afleggen dat je iemand over water hebt zien lopen. Wat blijft er in dit licht over van uw synthetische causaliteit? hume - Niet veel, maar dat wist ik al lang. Ik beweer dat synthetische causaliteit alleen binnen ons hoofd bestaat, op inbeelding berust, veroorzaakt door de gewenning aan de constante opvolging van twee feiten. ludwig - Veroorzaakt, kip ik heb je. Deze bewering is dus ook inbeelding. hume - Laten we zeggen dat het de ladder is waar je op moet klimmen om hem nu omver te kunnen gooien. ludwig - Het geloof aan causaliteit is het bijgeloof. bier - Dat bedoel ik ook hoor. Hume tikt het glas van Bier om. bier - Nou is mijn glas weer omgevallen! Allemaal - In het biervat! In het biervat met zijn kop naar beneden! Bier zegt: met het herhaalbaarheidscriterium selecteer je alleen causale verschijnselen die voor experimenteel onderzoek in aanmerking komen en na experimenteel onderzoek concludeer je dat het causale verschijnselen betreft. Dank je de koekoek! Deze vermeende cirkelredenering van Hume is in feite niet meer dan een doorweekt bierviltje. Bezie daartoe het volgende experiment. Rond een rechte stroomvoerende draad observeert men een concentrisch ringenpatroon van magnetische veldlijnen; ook meet men de temperatuur van de draad. Het verschijnsel van het magnetische veld en de stijgende temperatuur van de draad vormen tesamen een herhaalbaar verschijnsel. Om te onderzoeken of er een causaal verband tussen bestaat, voert men de volgende experimenten uit. Eerst koelt men de stroomvoerende draad met ijsblokjes om te voorkomen dat de temperatuur stijgt: het magneetveld blijft aanwezig. Vervolgens verhit men de stroomloze draad: geen magneetveld. Conclusie: geen causaal verband tussen het verschijnen van het magneetveld rond de draad en de temperatuur van de draad; beide hebben een | |||||||||||||||||||||
[pagina 39]
| |||||||||||||||||||||
Armando
gemeenschappelijke oorzaak: de electrische stroom in de draad. Moraal: het herhaalbaarheidscriterium selecteert niet uitsluitend causaal verbonden verschijnselen. Dat de resultaten van een experiment reproduceerbaar moeten zijn, hangt samen met de gedachte van de niet-wispelturige natuur en met de trivialiteit dat er tussen onafhankelijk van elkaar optredende feiten geen causaal verband kan bestaan, zodat nader onderzoek overbodig & zinloos is. | |||||||||||||||||||||
NatuurkundeCausaliteit, Bier wil er niet in geloven; het vak dat hij gestudeerd heeft, natuurkunde, moet er zelfs aan geloven: ‘Zwaartekracht IS het van de boom vallen van de appel.’ Het IS in kapitalen moet benadrukken dat het om een equivalentie gaat. Zo zeg je volgens Bier ook: zwaartekracht IS het draaien van de Aarde om de zon, waaruit met ijzeren logica volgt: het van de boomvallen van de appel IS het bewegen van de Aarde om de zon. Maar een vrije val richting middelpunt Aarde IS NIET een ellipsbaan rond de zon. Met deze reductio ad absurdum is de geponeerde Bierequivalentie weerlegd. (Wanneer je gewoon zegt dat de zwaartekracht de gemeenschappelijke oorzaak is van vallende appels en draaiende planeten, dan kom je deze logische valstrik niet eens tegen. De verbeeldingskracht van Newton was ervoor | |||||||||||||||||||||
[pagina 40]
| |||||||||||||||||||||
nodig voor zulke uiteenlopende verschijnselen één oorzaak te veronderstellen, ze 'onder één noemer te brengen, en dat is iets heel anders dan het debiteren van tautologische equivalenties.) Bier, afgestudeerd, de Grote Plas overgepeddeld en gestrand in het Amerikaanse onderwijs, schrijft: ‘Het afleiden van zaken als de periheliumverschuiving is al gauw een Nobelprijs waard. Waar het op aankomt is de verschijningsvorm. Hij die z'n tautologieën het best als diepzinnigheden weet te vermommen zal gevierd worden als de grootste denker.’ (Voor het afleiden van de periheliumverschuiving van Mercurius is nooit een Nobelprijs uitgereikt, maar dit terzijde.) Al die Nobelprijswinnaars, allemaal bedriegers, hebben nooit iets ontdekt, hebben de wereld helemaal niet met inzichten verrijkt, maar informatieloze tautologieën als zodanig gepresenteerd. 't Is een loterij, daar in Stockholm! Een fraudefestival! ‘Een wiskundig afgeleid verband is geen causale relatie, maar altijd een logische equivalentie’, aldus Bier, die overigens hier wiskundige equivalentie bedoelt. Op zichzelf genomen is dit een ware bewering, maar de Bierconclusie dat er dus geen causaliteit in de natuurkunde bestaat, is een onware bewering. In de natuurkunde is de taal het vlees en de wiskunde het skelet. Het vlees van het skelet afstropen is moord in koele bloede. Fritjof Capra (kiekeboe!) maakte zich hieraan schuldig in The Tao of Physics; Capra hakte wat vlees weg, draaide het door de gehaktmolen onder zijn schedelkap en zodoende kwamen de parallellen tussen de oosterse mystiek en de westerse fysica uit zijn oren niet verder dan het maken van verbaal contact. Bier doet het omgekeerde; pitbull Bier komt met een bot tussen zijn kaken aangestoven en blaft dat er weinig leven in die beenderen zit. En of kracht werkelijk ‘een volkomen abstract begrip’ is, kan Bier op de volgende wijze toetsen. Draai je staart goed vast in een bankschroef met constante snelheid, zodat de versnelling a gelijk aan 0 is. Als Newton's tweede hoofdwet F = ma inderdaad ‘de definitie van kracht’ is, heb je niets te vrezen kerel. (Bij wijze van genezing moet je hoofdstuk I-12 uit The Feynman Lectures on Physics maar eens lezen.) Olijk kraait Bier dat ‘wiskundige stellingen geen enkele synthetische waarde hebben in de zin dat ze nieuwe kennis formuleren’. Kant, Wittgenstein en Brouwer dachten daar anders over, om zo maar eens een drietal te noemen. Hoezo wiskunde geen kennis? Alleen omdat wiskunde geen inzicht in de natuur nastreeft? Hebben wiskundigen geen kennissen? Gewichtig vervolgt Bier: ‘In de uiteindelijke geaxiomatiseerde vorm van een theorie is het afleiden van stellingen een algoritmisch proces’. Ofwel, geef een computer de axioma's van de differentiaalrekening en de afleidingsregels uit de logica en na verloop van tijd verschijnt de Calculus. Ammehoela! Het overgrote deel van de algoritmisch verkregen stellingen zal bestaan uit waanzinnig ingewikkelde & volmaakt oninteressante uit axioma's logisch samengestelde beweringen. Theorieuitbouw in de natuurwetenschap geschiedt door invoering van nieuwe begrippen en door het maken van slimme benaderingen; welke begrippen het meest vruchtbaar en welke benaderingen het meest realistisch zijn, is onvoorspelbaar, dat kan pas achteraf in mensenogen blijken en is dus juist niet algoritmisch. Of om een gelijkenis van Bier te lenen: ‘In ruime zin genomen zou je de taal als een algebra kunnen zien, de elementen zijn woorden en de bewerkingen vormen de grammatica.’ Voer de Dikke van Dale, een flink namenbestand en de grammatica van het Nederlands in een computer en laat hem at random correcte Nederlandse volzinnen produceren. Vroeg of laat verschijnt Titaantjes op de uitdraai (hoewel de computer nergens van weet). Zou dat geen verdomd aardig resultaat zijn? (Nee, want Titaantjes bestaat al.) Echter, voordat op die manier een zinvol stukje text het licht ziet, zal er meer papier verbruikt zijn dan alle tropische regenwouden in de kosmos kunnen leveren, zal er meer text geproduceerd zijn dan ooit gecontroleerd kan worden, zal er meer tijd verstreken zijn dan er nu vanaf de Oerknal is voorbijgegaan en zal de Aarde allang niet meer zijn. Dit zijn gedachten van mensen die zich stierlijk moeten vervelen. | |||||||||||||||||||||
TaalInmiddels heeft het kanonnengeblunder zich verplaatst naar het slagveld van de taal, waar Bier wild in het rond springt, vermomd als ‘John Wisdom’ (contaminatie van Bier's beroep & predicaat). Causaliteit zou nu weer een taalkundig grapje zijn. Kijk maar: ‘De zomer veroorzaakt het bloeien van de bomen’, maar ‘bloeiende bomen zijn een attribuut van de zomer, net zo goed als zomerbloesem een attribuut van een boom is’, aldus Bier. Bierconclusie: causaliteit bestaat niet. Foutieve conclusie. Correcte conclusie: het is een nonvoorbeeld. | |||||||||||||||||||||
[pagina 41]
| |||||||||||||||||||||
Roken is gecorreleerd aan longkanker. Bier: ‘De taal, echter, achterhaalt snel wat eens een openbaring (sic) was. “Kankerstokken” en “grafpalen” zijn nieuwe synoniemen voor sigaretten en de bewering “kankerstokken veroorzaken kanker” klinkt alweer als een tautologie.’ Bierconclusie: ‘de beweerde causaliteit is weinig anders dan een synonimiteit’. Foutieve conclusie. Het jongleren met woorden & betekenissen laat de genoemde correlatie onberoerd; de werkelijkheid gaat zachtjes haar eigen gangetje. Tautologiseren en synonimiseren, zeg maar ausradieren, daar is Bier goed in. ‘Tussen de vaagheid van de taal en de striktheid van de zuivere wiskunde ligt een wijd spectrum’, zegt Bier. De taal is een mistbank; het is een veel voorkomende β-deformatie: analfabetisme. Er is een verschil tussen de meerduidigheid van de woorden | |||||||||||||||||||||
[pagina 42]
| |||||||||||||||||||||
uit de taal en de eenduidigheid van de begrippen uit de wiskunde, dat is waar, en iets heel anders. En even verder legt Bier uit dat ‘iedere causaliteitsbewering ergens in het spectrum tussen logische equivalentie en synonimiteit’ valt. Maar wat ligt er dan wel tussen logische en semantische equivalentie? Iets dat een beetje logisch en een beetje semantisch equivalent is? Iemand die een beetje wereldrecordhouder en een vleugje positief bevonden is? | |||||||||||||||||||||
CausaliteitTenslotte: een didactische toegift. Hoe zit het dan wel met de causaliteit? Een causaal verband is een reële relatie tussen twee feiten o en g, waarbij men het ene feit oorzaak en het andere gevolg noemt. Er is een logische asymmetrie tussen de oorzaak en het gevolg; dit komt tot uitdrukking in de logische structuur van een causale bewering: als o plaatsvindt, dan vindt g ook plaats; in symbolen o → g. Hieronder de waarheidstabel.
Voorbeeld: als het regent (o) dan wordt de straat nat (g). Ad (1) Als het regent (o waar) en de straat wordt nat (g waar), dan is het causale verband o → g voor een bijzonder geval geverifieerd. Ad (2) Als het regent en de straat blijft droog, dan is de causale bewering onwaar, door de feiten weerlegd. Dit is de feitelijke inhoud van causaliteit: zij verbiedt deze stand van zaken. Ad (3) en (4) Zolang het niet regent, is over de waarheid van de causale bewering geen uitspraak te doen. Zo kan de straat nat zijn terwijl het droog is (3): de straat kan dan schoon gespoten zijn, of een verstopping in het riolenstelsel kan de straat blank zetten. (Indien men het causale verband als waar beschouwt zolang er niets tegen pleit (Popper), dan dient men in de gevallen (3) en (4) het streepje te vervangen door waar; het is dan identiek met de logische implicatie.) Om het met Rinus Michels samen te vatten: in geval (1) wint het causale verband, in geval (2) verliest het en in de gevallen (3) en (4) is de strijd onbeslist. Causale verbanden in de natuurwetenschap zijn universeel en hebben bovendien vaak een kwantitatief karakter. Voorbeeld: als op een massa m een kracht F werkt, dan beweegt de massa met versnelling a, waarvan de grootte gegeven wordt door de tweede hoofdwet van Newton. Niet andersom, zoals Bier pompt, want als een massa m met versnelling a beweegt, kan dat ook komen doordat de observator een versnelling -a ondervindt. Bier: ‘In de interpretatie van de wereld trad een accentverschuiving op (yeach): van handeling-doel naar een oorzaak-gevolg formalisme. Niets wezenlijks veranderde, slechts het linguïstisch jasje.’ Aloud voorbeeld van een teleologisch verband: een steen valt naar beneden doordat hij naar het centrum van de kosmos ‘wil’, ofwel: als een massa naar het centrum van de kosmos ‘wil’, dan valt hij naar beneden. Afgezien van allerlei inhoudelijke bezwaren, zijn deze twee (mogelijke) feiten niet afzonderlijk vast te stellen, zoals dat bij regenbuien en natte straten wel kan. Hiermee is het wezenlijke verschil aangegeven tussen teleologie en causaliteit. Teleologische verklaringen zijn schijnverklaringen. De titel van het Bierartikel bevat nog een potsierlijke toevoeging: ‘Tegen de causaliteit -en over de oorzaak ervan’. Proeft u 'em, dat geinige paradoxje? En wat is die oorzaak dan wel? Bier antwoordt: ‘het vurige verlangen’ om overal ‘een onderliggende intentie of oorzaak’ voor te zien. Is dit teleologie ja of ja? | |||||||||||||||||||||
EpiloogDe sceptici waren filosofen die als witkoparenden boven het water van de ideeën & de waarden cirkelden; als de ideeën zich te dicht bij het oppervlak waagden, dook een scepticus met uitgestoken klauwen naar beneden en sloeg een idee uit het water. Pats! Later waren er nog maar weinigen met het alleenrecht op de twijfel en kon de twijfel ook doordringen in de hoofden van anderen, waar hij als een houweel in het graniet van de overtuiging hakte. Tijden waarin de twijfel en een bestaanscrisis niet zelden twee uiteinden van dezelfde halter waren. Want de twijfel is niet weggelegd voor de frivolen & de zorgelozen; zonder overtuigingen, zonder doorleefde waarden, zonder vitale ideeën, kan er in een hoofd geen twijfel bestaan, daar slaat de houweel rond in het luchtledige en dat is slapstick. Intussen groeide het relativeren, het neefje van de twijfel, groter en groter, stuurde op een zekere dag zijn oom met pensioen en werd een ideologie: het relativisme. Burb. Normen hangen van het weer en je schoenmaat af, waarheid is een mening en schoon- | |||||||||||||||||||||
[pagina 43]
| |||||||||||||||||||||
heid een kwestie van smaak. Het goede, het ware en het schone moeten eraan geloven. Relativeren is geen zonde, relativisme is een kwaad. Dit is de fles waaruit de post-moderne tijdgeest is ontsnapt. Rotzooien, Aankloojen en Flikvlooien. De cultuur als grabbelton. Het citatenbombardement. Kwaliteit is een hersenschim. Life is hard and then you die. Schaar & lijmpot zijn voldoende. Alles mag dus alles kan dus alles moet. Het New Aids Denken. AlcoHolisme. De literaire tôk-show. Nihilisme, de Verborgen God. Ego-documenten. Functioneren. Rambo is lief. Namen noemen we niet. De Maximalen (de Viswijven). Het afzweren van de waarheid, het reduceren van kennis tot een verzameling vooroordelen, noemt men cognitief relativisme. Een voorbeeldiger voorbeeld dan Martin Bier zal moeilijk te vinden zijn. Causaliteit is volgens Bier een verstandsbegoocheling. Onze handelingen in de wereld hebben geen gevolgen: het regent zomaar zwavelzuur, gif groeit van nature in de bodem, de zeeën vervuilen vanzelf, dus we kunnen er lustig op los keten. Natuurlijk is het tegendeel waar: causaliteit bestaat. Causaliteit is niet louter post hoc, laat staan ad hoc, maar vooral propter hoc! Daarom is de ene manier waarop Bier zijn leugen probeert te verhullen nog stompzinniger dan de andere. Voor de allerlaatste keer trekt Bier zijn lolbroek & grapjas aan en bakt in alle ernst de volgende Weespermop: ‘Door de eeuwen heen is het verschijnsel “onweer” in Europa op de volgende wijzen bezien: 1. Donar die z'n vrouw door de keuken achterna zit met een voorhamer; 2. de Grote Kruidenier die straf uitdeelt voor overdadig vloeken en masturberen; 3. een electrische ontlading in de atmosfeer. De beweringen onder 1, 2 en 3 zijn in die volgorde gehouden voor de “verklaringen” of de “oorzaken” van onweer. () Modellen hebben niets te maken met oorzaken. Een discussie over het waarheidsgehalte van elk van de modellen is een discussie over gelijkenis; een vergelijkend overzicht van sense-data’. Beste Bier, om met een goed advies te eindigen: voer de volgende variant uit van het historische experiment van Benjamin Franklin uit 1749. Neem een vlieger met een stukje koper eraan, neem een vliegertouw van geïsoleerd koperdraad en laat de tandarts het uiteinde ervan in je vullingen vastzetten. Laat de vlieger op wanneer het onweert. Als natuurkundige kun je zelf wel uitmaken welke verklaring de juiste is wanneer er 10.000 ampère door je kiezen heen jankt. |