Hollands Maandblad. Jaargang 1988 (482-493)
(1988)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
2De aanloop naar het einde
was ik vergeten, maar ja,
je weet het niet - en denken
aan het eigen lot verveelt
zolang het nog vervelen kan.
| |
3De omgeving blijft - de stillevens
van mijn kamer, de wisselend
bewolkte luchten door het raam.
Toch, moet ik toegeven,
zou ik, zolang ik leef,
niet willen ruilen.
En als ik niet meer leef
doet zich de keuze niet meer voor.
| |
4Daar drijven lelies, roze lelies,
zwart water er om heen, groen blad,
of blad, meer groene matjes
op de tafel van de vijver.
Alleen de tafel, zeggen wij,
maar wij alleen misschien,
is niet van stevig waterhout.
Verander dan, word lichter,
word schim, eet schimmenvlees,
drink schimmenwijn en maak een feest
als gasten aan de zwarte tafel
met de roze lelies en de groene leliebladen.
| |
[pagina 27]
| |
5Er toont zich, licht als sneeuw,
een mooie dwaalgeest in de lucht.
Ik ken haar niet, zij is misschien
ook elders, zwevend boven de sloten
van Japan, de kust van Maine.
Het gras, de reigers en de hazen,
zij zien haar niet of zij doen niet alsof.
Er toont zich, licht als sneeuw,
een dwaalgeest in de lucht.
| |
6Er doet zich voor, in sommigen,
een licht gevoel van razernij.
Nu kan de reiger eindelijk
op eigen benen staan, en nu
kiest toch weer iedereen
voor kraai en ooievaar.
Waarom? Waarom?
Waarom bederft, keer op keer,
het buitenhoofd wat zich
van binnen uit, als gras,
als massa's gras vertoont
en aanbiedt aan wie wil?
| |
7Zo ligt daar, Nana -
het beeld van dood, de anderen
praten door, alsof zij niet,
alsof er niet, zichtbaar en afwezig,
daar lag, beschadigd door pokken,
door cellen, de vaste woorden ervoor,
beladen met pijn, met ontzetting
over wat zich niet keren laat, de overmacht.
A Berlin! A Berlin! A Berlin!
Het laatste licht van een dag in Parijs,
steeds meer mensen, stromend,
roepend, zwaaiend met toortsen,
drijvend naar een andere, zelfde dood.
|
|