Hollands Maandblad. Jaargang 1988 (482-493)
(1988)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
MorgenAls ik morgen weg ben,
laat de bomen wuiven,
laat de kippen langzaam
stappen van hun stok,
geef geen richting
aan mijn reizen
stook het vuur
opnieuw weer op.
Schrijf mij geen gedachten
geef geen zachte woorden mee,
laat het huis maar spreken
vul het met herinnering.
Geef alleen de tuin wat water
kus de kinderen beurtelings,
want ik kom terug
wanneer de vijver bloeit.
| |
Oud verdrietEen oud verdriet
kwam trouweloos voorbij,
ik zag de straat
het huis, de hoge linden,
muziek viel in de tuin.
Ik hoorde oude trappen kraken,
een openstaande deur bewoog,
een vreemde man stond in het raam
lamplicht sidderde omhoog.
En langzaam ging ik weer mijn weg,
nam droogboeketten in mijn armen,
ik groet de tuin, de warme nachten,
want langer wachten heeft geen zin.
| |
[pagina 27]
| |
StilteSoms tref ik je geluidloos
aan, denkend aan vormen
die niet meer bestaan,
je handen strelen zacht
een poes en ingehouden
adem doet de kamer zwijgen.
Zo schuiven late wolken
voorbij, in de gang
brandt laag nog licht,
een open vuur
dwingt mij naar je toe,
ik sla mijn armen
om je heen en fluister:
hou mij vast
en spreek van vroeger.
|
|