en watersnood, en moord en brand en verdere schrikbeelden, herinnert zich dat het anders zit.
Wel betekent een waardering als ‘die vrouw is zo natuurlijk’ in het spraakgebruik dat zij zich vriendelijk en ongedwongen voordoet, niet agressief en onzeker wat even natuurlijk zou zijn. Ook wordt natuurzuivere eetwaar goed voor ons geacht, in tegenstelling tot de chemicaliën die onze gemiddelde leeftijd verdubbeld hebben en die met smaad en achterdocht beloond worden.
Het vertrouwen in het natuurlijke leven is eeuwenoud en misschien niet stuk te krijgen, maar niemand weet hoe het er uit zou zien. Zou het meebrengen een toegeven aan alle impulsen die uit ons opkomen? Zoiets moet het zijn, maar daar is geen tijd en geen ruimte voor. ‘Natuurlijk niet’. Wie een uurtje op zijn eigen impulsen gaat zitten letten merkt dat hij ze niet eens in zijn gedachten kan bijhouden, laat staan er gevolg aan geven.
De natuur wordt onvermijdelijk beperkt in zijn uitdrukking in de mens, hoe onnatuurlijk en ongezond het ook lijkt. Er zijn mensen die er gek of ziek van worden. Die hebben hun natuur zo verwaarloosd dat zij geen identiteit in zichzelf herkennen. Zij weten niet meer wie zij eigenlijk zijn.
Sommigen zouden denk ik baat vinden bij laksheid. Natuur, identiteit, vertrouwen, vervulling, wat doet het ertoe. Woorden, niets dan woorden. Zij moesten liever leren om laks voor zich uit te kijken; overal lak aan te hebben.
Dat zal een tijdje lang helpen. Het geeft uitstel. Dan komt weer een onbehagen opzetten.
Sommige katten komen nooit buiten. Zij zitten de hele dag te soezen op stoelen en vensterbanken, en sluipen om etenstijd naar de keuken. Dan zetten zij wel eens een poot op het balkon; verder gaan zij niet.
Ook zijn er katten die enige malen per dag te kennen geven dat zij het huis wensen te verlaten. Die zie ik langs de tuinen wandelen met de kop iets voorover, zodat zij rechtlijnig worden van boven. Ongenade spreekt uit hun beheerste bewegingen, en de vogels in de bomen verliezen hen niet uit het oog.
Als ik zo'n kat zie lijkt het mij dat ik een waarde waarneem. Een waarde! Wat bedoel je? Ik bedoel dat de kat zijn natuur uitleeft, en dat is iets goeds; dat is een waarde.
Laatst zag ik op mijn nachtwandeling een kat, een zwarte met een witte bef, die de stille straat overstak naar een twee meter hoge muur langs de achtertuinen. Daar ging hij voor zitten, concentreerde zich even en sprong toen de twee meter op, althans een meter negentig, zodat hij zich een eindje omhoog moest trekken aan de schuingelegde bovenste stenen wat misschien ook handiger was want er zat wat ijzerdraad langs gespannen.
Daarna liep hij soepel weg over de muur, alsof er niets bijzonders gebeurd was; maar ik had het gevoel dat hij iets onvergetelijks getoond had, en wilde in mijn spieren de spanning van de zijne nadoen toen hij zich tegen de laatste tien centimeter opkrabde.
Er wordt veel gemopperd over de nieuwe aanmoediging voor gladde ondernemers, en de vermindering van de welzijnszorg en de subsidies, maar niet zoveel als ik tien jaar geleden gedacht zou hebben. Behalve op de berusting die in de mens sluimert en zich ook laat gelden wanneer wij de dood zien aankomen (‘ik had het altijd wel gedacht’), wijst deze kalmte misschien op een besef dat de zorg voor zwakken, onbekwamen en onhandigen niet voor eeuwig de hoofdtoon van de samenleving moet aangeven.
Een deel van de taak van de mens is om goed te zijn voor anderen; ook een deel is, het dwarszitten, overtroeven, sarren en negeren van zijn medemens. Als het tweede deel nooit openbare erkenning ondervindt gaat het waarschijnlijk gemaskerd opereren; dan neemt het de gezichten aan van ambtenaren die de loketjes dichtklappen.
Het is vervelend dat de brave new world van de vrije krachten er niets aantrekkelijker uitziet dan de dichte loketjes. Overal in Amsterdam wordt het uitzicht op het straatbeeld bedorven door grote foto's van sigarettenrokers en meisjes met hangmonden. Die zijn belangrijk, net zoals de geestelijk onvolwaardige spotjes van de STER: als zij veel geld opbrengen kunnen daar vervolgens kunst en wetenschap mee gesponsord worden. ‘Je moet je wel eerst afvragen wat de zakenman na de werkdag de moeite waard vindt om zijn vrouw en relaties aan te bieden. Hij wil in geen geval horen over de ellende in de maatschappij. Daar heeft hij overdag genoeg mee te maken. Hij wil zich ontspannen; hij wil lekker zitten en een leuke avond hebben’.
Zullen wij toch maar weer voor de loketten gaan staan, en onze eenvoudige verlangens verbasteren tot ambtelijk proza?
Nee, het heeft geen zin. Wij beleven nu de tijd waarin de mens het andere deel van zijn natuur uitleeft.
Omstreeks het middaguur stond laatst in de Spuistraat een man een zakenrelatie te schoppen die door twee anderen werd vastgehou-