Hollands Maandblad. Jaargang 1987 (470-481)
(1987)– [tijdschrift] Hollands Maandblad– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Mechanieken
| |
[pagina 8]
| |
De aanvallen bij een promotie richten zich vaak op een nalatige correctie. Het succes van Darwin is o.a. te danken aan zijn dikke boek, zijn betrekkelijke leesbaarheid, zijn goede reputatie, zijn rijke omgeving, zijn beroemde vrienden, terwijl zijn hele theorie van struggle for life, survival of the fittest etc. samen te vatten is in enkele regels, die voor ieder die onvoorbedacht logisch kan denken voldoende moeten zijn (zoals Huxley aantoonde). Bewijzen zijn dus alleen in principe een sleutel. Het is of de andere factoren, zoals in het geval van Darwin, zoals nog duidelijker bij kunstwerken, completer toegang krijgen, toegang tot een belangrijker overtuiging. Als men A bewijst en B in een mooi gedicht zou lezen, zou men B geloven en A niet.
*
Het is nog niet uitgemaakt of machines tot de dode of tot de levende natuur gerekend moeten worden. Evenals virussen zijn het ingewikkelde verbindingen die erkend-levende wezens nodig hebben om zich te doen voortplanten.
*
De ontroering die een nieuwe muziek geeft, de prikkeling van een lang tegen de toon aan schampende jazz-trompet, is te vergelijken met de werking die uitgaat van het overtreden van een taboe. Ik heb eens een ethnologisch filmpje gezien van geheime bijeenkomsten, ik meen in Frans West-Afrika. Het onaanraakbare dier is daar de hond. Op de geheime bijeenkomsten hitsen de mannen zich door allerlei middelen op tot een schuimbekkende razernij (het schuim wordt overigens veroorzaakt door het kauwen op een bepaald soort wortels). Op het hoogtepunt, als het hele gezelschap de indruk maakt van krankzinnigen in hun laatste kracht, wordt de hond vermoord, gekookt en dan, in stukken uit elkaar gerukt, schrokkerig opgevreten.
*
De inleider vertelde erbij dat na afloop van zo'n taboe-overtreding een grote innerlijke rust over de deelnemers kwan, een gevoel van eigenwaarde. Op de film zag men de eerst schuimbekkende monsters, een dag later op hun werk, stratenmakers etc., vrolijk en onschuldig als in de meest oncritische Rousseau-fantasie. Het produceren van ‘valse’ noten, dissonanten, is te vergelijken met het overtreden van taboes. Het is opwindend, maakt alle zintuigen wakker. En dat wijst op nog een effect: waakhonden reageren alleen op onbekende geluiden. Zodra ze na enige tijd een bepaald geluid met een bepaald onschuldig gebeuren kunnen verbinden, spitsen ze zelfs niet meer de oren. Het hersenmechaniek van de gewenning aan herhaalde prikkels, het afremmen van de reacties, is de motor van het steeds veranderen der kunsten. We zullen steeds moeten ontdekken (of herontdekken) om wakker te blijven. |
|